Waar streef je naar in je leven? Wat maakt het leven voor jou ‘zinvol’?
Wat wil je graag bereiken op het einde van het jaar?
Over drie of vijf jaar? Op het einde van je leven?
Wat betekent het dat jij er naar ‘streeft’? Op welke manier toon je dat je er 100% voor gaat?
Hoeveel tijd en energie vraagt het om de uitgestippelde weg naar je doelen af te leggen?
Wat ervaar je als ‘obstakels’ op je weg? Welke mensen? Welke gebeurtenissen?
Tegen welke ongemakken en mogelijke tegenslagen wapen je je nu reeds? Welke gevaren voorzie je?
Hoe organiseer jij vandaag je leven en je werk?
Je kunt je leven dermate organiseren, je tijd zo indelen en zo nauwlettend zorgen voor je gezondheid en het evenwicht in je fysieke energieverbruik, dat je met ‘alles’ rekening houdt.
Je doet aan sport, yoga en mindfulness; je eet met mate en misschien vegetarisch, biologisch?
Je kunt voor ‘alle’ mogelijke situaties een oplossing voorzien. Je ondertekent een ziekteverzekering, een brand- of schadeverzekering en een familieverzekering. Je kunt zelfs inschrijven voor een levensverzekering (alsof je je leven kunt verzekeren!).
Zhuang Zi (Chinese taoïst, 4e-3e eeuw BCE) zou er op wijzen dat je op deze manier de veerkracht en weerbaarheid die je als kind spontaan hanteerde (wanneer je als peuter viel, stond je gewoon terug recht) stap na stap omvormt en verhardt tot ‘op alles voorbereid zijn’.
Je spant je in en gebruikt je wilskracht om je leven zo goed mogelijk te organiseren. Je volgt opleidingen, gaat voor een job, investeert in een partner, verzorgt familie- en vriendenrelaties en koopt spullen om je ‘goede leven’ in te richten. Gaandeweg, zonder het te beseffen, behandel je al deze mensen, relaties en voorwerpen als je bezit. Je ‘hebt’ een diploma, je ‘hebt’ een job, je ‘hebt’ een partner, je ‘hebt’ kinderen, je ‘hebt’ vrienden, je ‘hebt’ tijd (in de file ‘verlies’ je tijd), je ‘hebt’ vakantie, je ‘hebt’ boeken en kunst in huis.
Zhuang Zi zou je er op wijzen dat je hiermee je vrijheid hebt opgegeven. Het gebruik van ‘hebben’ is geen onschuldig woordenspel. Hij zou er op wijzen dat je taalgebruik erg ongepast is en respect mist. Je ‘object-iveert’ alles (= je maakt de wereld tot een verzameling objecten) en houdt iets vast wat niet van jou is. Het gevolg: meer en meer kruipt onderhuids de angst in jou dat je de mensen, je relaties en je materieel bezit kwijt kunt raken. Dat geeft spanning. Dat was zo in de tijd van Zhuang Zi en dat is vandaag nog steeds zo. Vandaag heet die spanning ‘stress’ en zorgt het voor allerlei moderne kwalen zoals hartfalen en ‘burn out’.
Aan de andere zijde van het spectrum staat de mens die zijn leven helemaal niet organiseert; die verlangt dat hij een job ‘krijgt’; die eist dat iemand hem zegt wat hij moet doen en die zich daarachter verschuilt; die zich laat meedrijven met de maatschappelijke stroom zonder verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen keuzes; die zich vaak slachtoffer voelt (en zich zo gedraagt) van de situatie of van ‘het leven’ of verwijst naar de ‘arme’ omgeving waarin hij werd opgevoed; die klaagt omdat de zaken niet verlopen zoals hij had gedacht; die niet weet hoe om te gaan met wisselvalligheden en tegenslagen en die verlangt dat ‘de samenleving’ hem helpt om ze op te lossen of ze zelfs van hem overneemt. (kanttekening onderaan)
Zhuang Zi was geen tegenstander dat iets wordt georganiseerd en dat dit efficiënt gebeurt. Hij merkte wel op dat ‘alles’ willen organiseren, of voorzien, of bezitten, of onder controle houden een erg eenzijdige levenshouding is. Net zoals de persoon die zich laat leven een onvruchtbare levenshouding heeft. Je beleeft dan niet dat je een deel bent van het ‘natuurlijk verloop der dingen’, zoals je vandaag bent, voelt, denkt en handelt. Je mist daardoor belangrijke
levenskwaliteiten.
Leven ‘in het midden’ en met wu-wei
Beeld je een lijn in met aan de ene kant een persoon die zich extreem organiseert, zijn leven op de minuut structureert en controleert en aan de andere kant een persoon die extreem ongestructureerd leeft en geen controle neemt over het eigen denken, voelen en doen.
Wat is dan het midden?
Het midden is het beweeglijk evenwicht tussen doen (doen wat nu móet worden geregeld) en
niet-doen (niet doen wat nu niet móet worden geregeld).
Het midden is geen vast punt, geen ‘toestand’, het is een proces, een beweging, een voortdurend wikken en wegen, want er is geen zekerheid (zij die weg gaan van het midden – in beide richtingen – hebben wel de illusie van zekerheid).
Het midden is echter evenmin ‘zonder nadenken loslaten’, het is geen ‘I go with the flow’, geen ‘laissez faire’, geen ‘ik doe waar ik nu zin in heb’.
Het midden betekent op een ernstige doch ontspannen manier, zelfs op een speelse wijze, verantwoordelijkheid nemen voor ieder stapje dat je wel zet en dat je niet zet.
Je leert dan de kracht van het actief niet-doen, wu-wei.
➜ Op de pagina ‘KORTE TEKSTEN’ heb ik een tekst gezet rond wu-wei.
Daarin lees je er meer over.
Belangrijke kanttekening.
Deze tekst slaat niet op personen die wegens een fysieke, mentale, emotionele of sociale zwakte en beperking – aangeboren of niet-aangeboren – moeilijk of geen onafhankelijke keuzes kunnen maken. Zij hebben terecht onze hulp nodig, soms langdurig. Voor elke persoon dient daarbij bekeken te worden in welke mate en op welke manier toch de eigen kracht van de betrokkene aangesproken en versterkt kan worden.