Welke vraag heeft ooit een situatie die muurvast zat kunnen losmaken?
Wat was er aan die vraag dat daar voor zorgde?
Een vraag die dezelfde inhoud heeft, identiek dezelfde woorden, heeft een totaal ander effect wanneer ze op een andere manier wordt gesteld.
Iedere vraag heeft immers naast een inhoud ook een vorm, een tempo en een ritme. Ze wordt op een bepaalde toon gesteld, met het accent op bepaalde woorden. Daarnaast heeft iedere vraag een context: een tijdstip, een plaats, een verhouding tussen de betrokkenen en een relatie tot de voorafgaande gebeurtenissen.
Iedere vraag zegt altijd iets over de relatie tussen de vraagsteller en de vraagontvanger (of diegene voor wie de vraag werd bedoeld).
Iedere vraag klinkt anders, zelfs al heeft ze woordelijk dezelfde inhoud. Bijvoorbeeld “Hoe gaat het met jou?” of “Ben je het met mij eens?” kan je op acht verschillende manieren stellen.
(Lees: Hoe beweeg je binnen het relatieveld? → KORTE TEKSTEN)
In enkele gevallen heeft een vraag een ‘magisch’ effect. Iedere professionele therapeut of coach was er ooit getuige van: een eenvoudige vraag zorgt plots voor een opening in een situatie die ‘moeilijk oplosbaar’ leek.
Kan jij je zo’n situatie herinneren? Wat gaf de vraag haar ‘kracht’? Hoe zou je die ‘kracht’ kunnen oproepen bij een volgende gelegenheid?