Welke vraag spreekt de ethische en morele verantwoordelijkheid van je buurman aan?
Verantwoord burgerschap betekent dat je, in bepaalde situaties, je eigenbelang laat volgen op het algemeen belang, niet omgekeerd. Het belang van de groep of de gemeente of de maatschappij komt dan eerst.
Op sommige momenten in de geschiedenis wordt van burgers verwacht dat ze zich inzetten voor een algemeen doel. Er volgt verontwaardiging wanneer iemand in zulke omstandigheden louter voor het eigen gewin gaat. Zelfs in een maatschappij waar ‘financiële winst’ de grootste drijfveer is. Grof geschetst reageren mensen in het Wersten veel meer vanuit individueel belang en minder voor het groepsbelang. Daarenboven is er hier geen dictator die zonder meer iets kan opleggen. Toch bezit iedereen een innerlijke ethische en morele code die hij of zij volgt. Iedereen is aan te spreken op zijn of haar ethische en morele persoonlijke verantwoordelijkheid.
Je kunt iemand op verschillende manieren ‘aanspreken’. Je kunt een van de ‘bestraffende’ wegen kiezen: een publiek verwijt sturen bij een inbreuk (bv. hem via sociale media aan de schandpaal nagelen) of een boete opleggen wanneer iemand wordt betrapt of zwaaien met de ‘zwarte gevolgen’ (Rokers stoppen echter niet door de boodschap dat ze kanker zullen krijgen. Wel is er nu wetenschappelijk vastgesteld dat rokers kankerverwekkende stoffen verspreiden zelfs wanneer ze niet roken. Dát vraagt om een ethische reflex.)
Je kunt ook voor een van de ‘bemiddelende’ of ‘verbindende’ wegen kiezen: je kunt een gesprek aangaan of je kunt een vraag stellen.
Om te leren welke vraag een ander kan aanspreken op zijn of haar ethische verantwoordelijkheid, is het nuttig om bij jezelf na te gaan welke vraag jou zou raken. Overweeg een situatie waarin jij het moeilijk hebt om te kiezen voor het algemeen belang boven je eigenbelang. Wil zo’n vraag wérken dan is het een open vraag, zonder een onderliggend oordeel. Het is geen verdoken verwijt. Zo’n vraag wordt ‘in het midden’ gelegd (1), wat ruimte laat om de vraag rustig te bekijken en een antwoord te zoeken. Ze wordt niet iemand ‘voor de voeten geworpen’ als een obstakel.
Je kunt verontwaardigd zijn door het gedrag van een ander. De gepaste vraag stel je niet vanuit je gevoel van verontwaardiging maar vanuit de intentie om de ander ‘terug constructief bij de zaak te betrekken’.
(1) Lees meer in: Hoe hou je een gesprek ‘in het midden’? → Korte teksten