Met welke vraag help je iemand die zich zeer onzeker en angstig voelt?
We leven in een periode waarin een ‘onzichtbare dreiging’ om de hoek loert en waarin beschermende maatregelen worden genomen die ons dagelijks ritme overhoop halen. Het langdurig gebrek aan sociaal contact met vrienden, kinderen, kleinkinderen, ouders en grootouders werkt voor sommigen beklemmend. De taal die vaak wordt gebruikt door beleidsmensen is strijdlustig, zelfs oorlogszuchtig. Dat is helemaal niet de taal om burgers warm te maken de zaak daadkrachtig-positief en solidair aan te pakken. Die taal ontkent tevens dat de virus een natuurlijk fenomeen is binnen een systeem waar wij deel van uitmaken en waarop wij invloed hebben! Daarnaast wordt de onzekerheid gevoed door het dagelijkse slecht nieuws en nog meer door een tsunami van misleidende informatie. En dan zijn er de goedbedoelde waarschuwingen voor komende economische en psychologische rampen. Daar word je evenmin vrolijk van. ‘Feiten’ zijn enkel ‘feiten binnen een context’(1). De wijze waarop men er over communiceert geeft ‘feiten’ een kleur; in dit geval een donkere kleur. Je kunt de feiten een andere kleur geven en het toch bij ‘feiten’ houden.
Hoe meer je in zulke situaties adviezen geeft of een mening hoe meer je de molen van de onzekerheid aanzwengelt. Onzekerheid kan je niet ‘overwinnen’ door er strijd tegen te voeren met meer informatie of door de betrokkene te willen overtuigen van een andere kijk op de zaken!
Je zult een andere aanpak moeten kiezen. Een vraag stellen bijvoorbeeld.
Welke vraag kun je stellen om iemand tot innerlijke rust te brengen? Want daar kunnen we het over eens zijn: wie zich zeer onzeker voelt en angstig, die beleeft innerlijke onrust. Meer woorden, meer informatie verdrijft niet de onrust. Welke vraag zou dat dan moeten zijn? Alleszins is het geen vraag met de verborgen onderliggende boodschap “Wat ben jij toch een angstig wezen.” of “Je bent wel erg onrealistisch.”. Het is evenmin een suggestieve vraag. Onzekere en angstige mensen geven op alle vragen een antwoord dat weer zorgt voor onzekerheid en angstgevoelens.
Het dient een ‘rustige vraag’ te zijn, rustig gesteld, vanuit een liefdevolle houding. Ga dus eerst bij jezelf na “Ben ik zelf op dit ogenblik rustig?”. Je kunt maar een rustige of rustgevende vraag stellen indien je zelf innerlijk rust hebt. Vervolgens gaat het er niet om wat jij vindt van de situatie. Jouw mening mag niet de vraag bepalen. De vraag moet als resultaat hebben dat de betrokkene ‘stilvalt’, positief verbaasd is, even niet weet hoe te reageren. Meestal werkt een vraag die de betrokkene uitnodigt om in het hier en nu te kijken naar wat hij écht nodig heeft. Onder de onzekerheid en de angst zit namelijk een zeer menselijke behoefte aan geborgenheid, veiligheid en rust.
(1) Lees meer in: Hoe je zelf ‘feiten’ creëert – Vier soorten feiten → Korte teksten