Drie manieren om naar het coronavirus te kijken

Antony Gormley (Londen 1950) Firmament III 2009 – Middelheimmuseum Antwerpen

In het discours rond het coronavirus wordt er zowat door alle beleidsmensen gesproken over een strijd, een gevecht, een oorlog zelfs tegen een ‘onzichtbare vijand’. Dat verhaal wordt vlot door iedereen overgenomen. Het is slechts één manier om naar het virus te kijken. Het is een manier van kijken, denken en handelen die we gewoon zijn. We hebben die als mens in onze grotten-tijd aangeleerd en verfijnd: causaal denken en denken in tegenstellingen. Rechtlijnig (lineair) of cirkel-lijnig (circulair) maakt geen verschil, het blijft eenvoudig causaal denken in stappen of fasen die elkaar opvolgen in één richting. We kijken tegen de fenomenen aan en beschouwen onszelf een betrouwbaar observator, een objectieve waarnemer zelfs. De natuur staat buiten ons en levert het te observeren veld. Als mens zijn we meester over de natuur. We hebben geleerd om er technisch knap mee om te gaan. Ons causaal en technisch denken leerde ons dat we bij problemen moeten zoeken naar de oorzaak om die dan zo radicaal mogelijk weg te nemen. Opgelost!
Dit verhaal startte honderdduizend jaar geleden met een ‘sacrale’ inslag en die heeft het nog steeds ook al menen sommigen dat ze louter empirisch, rationeel kijken. We hebben nog steeds de neiging om alle fenomenen te ‘vermenselijken’. We praten bv. over bomen, dieren, bacteriën en virussen alsof het wezens zijn met een intentie. Een ‘onzichtbare vijand’? Het klinkt naïef, kinderlijk zelfs, zoals de ‘boze wolf’ of het ‘onzichtbare monster’ onder het bed.

Wanneer je op een andere manier om naar het fenomeen virus kijkt zie je dat virussen op zich een systeem vormen en dat zij samen met de dieren en planten een groter systeem hebben gecreëerd. Wij mensen vormen onder elkaar een systeem. Samen met alle elementen en systemen in de natuur creëren we het overkoepelende aarde-systeem. Wij zijn er slechts de laatste honderdduizenden jaren bijgekomen, de andere elementen en wezens in het systeem hadden reeds miljoenen jaren om het op te bouwen. Virussen zijn langer deel van het systeem dan wij. Gedurende de vele honderduizenden, miljoenen jaren hebben ze hun plaats ingenomen in het grote systeem. 
Verstoringen binnen dat grote systeem leiden op een dynamische manier tot het herscheppen van een nieuw evenwicht binnen dat systeem.
Verstoringen kunnen van buitenaf komen (bv. een meteoriet) of door wezens die deel uitmaken van het systeem. 
Vanuit het aarde-systeem bekeken is de mens een dier zoals alle andere dieren, even welkom. Gaandeweg echter is de mens zich gaan gedragen als een parasiet en als een roofdier. We hebben bossen gekapt, rivieren verplaatst, grote gaten geboord in het aardoppervlak, massa’s dieren gedood, enz. De laatste honderd jaar is dat parasitair gedrag nefast geworden voor de aarde want de parasiet heeft zich in snel tempo vermeerderd. (Bv. bij de onafhankelijkheid van India in 1947 had het land ± 350 miljoen inwoners. Vandaag wonen er ± 1350 miljoen mensen.) De verstoring van het grote systeem heeft een rechtzetting als ‘logische’, dynamisch reactie. Dat gebeurt niet in enkele jaren maar heeft honderd of meer jaren nodig. Het is geen tegen-reactie, zoals de mens doet, maar een voor-reactie = voor meer evenwicht!
Virussen hebben geen intentie, ze ‘doen’ niets zoals wij mensen iets doen. Virussen hebben niet de intentie om mensen te doden. Dat virussen, vanuit de dieren waar ze reeds honderdduizenden jaren wonen, zich gaan transformeren in een vorm zodat ze ook in de mens kunnen binnendringen, is vanuit de virussen bekeken knap gedaan. De mens is immers meer en meer op hun terrein gekomen! Wij zijn naar hen toegestapt, niet omgekeerd. De ‘vijand’ is dus niet het virus maar de mens!
We lossen dit probleem alleen maar definitief op door anders te handelen binnen het grote systeem. We kunnen niet op ons eentje het grote systeem rechtzetten maar we hebben wel een verpletterende verantwoordelijkheid om ons aandeel te zien en dat op te nemen. We moeten de natuur en alle elementen en wezens die deel uitmaken van het systeem anders behandelen, inclusief de virussen. Er tegen vechten is de verkeerde keuze. Zij hebben de tijd en de kracht om zich voortdurend te transformeren. Het is een strijd die we op voorhand verliezen. Wat we zo ondernemen blijkt enkel ‘uitstellen’ te betekenen.

Er is een derde manier van kijken naar de dynamiek van het grote systeem en de virussen. Ik geef toe, ze klinkt voor de meeste mensen vreemd. Niet zo voor wie bv. er een taoïstische, zen-nige of natuur-evenwichtige levensvisie op nahoudt. Dan houden we er mee op met onszelf als mensensoort zo vreselijk belangrijk te vinden en ons als heersers van de aarde op te stellen. Tegelijk zien we dan dat onze acties mee creëren wat we ontmoeten want we zijn interactief en interafhankelijk met alles verbonden. 
In ‘dialoog’ gaan met de elementen en alle levende wezens is de opdracht. Dat wordt een andere dialoog dan die die we als mensen onder elkaar voeren want dat wordt er een zonder woorden maar met daden. We hebben een relatie met alle wezens, inclusief de virussen. Het komt er op aan die relatie anders te definiëren en daarbij het belang van alle wezens, inclusief de virussen, te respecteren. Virussen zijn geen vijand, wij zijn geen vijand (indien we ons niet als vijand gedragen), virussen en mensen hebben verschillende belangen en de mens heeft de intellectuele kennis om een heldere ‘dialoog’ te voeren. De virussen van hun kant zijn wezens die erg slim reageren op de dynamiek waarin ze terechtkomen. Aan de mens om een context te creëren waarin virussen het niet nodig hebben om zich weer eens te transformeren.
Zoals ik schreef, dit is voor velen een vreemd verhaal.

Er zijn bijgevolg drie pistes om aan te werken:
➔ medicijnen ontwikkelen om ons menselijk lichaam te beschermen, niet zozeer tegen iets (al zijn vaccins onontbeerlijk vandaag) maar voor iets : een gezond lichaam en een gezonde weerstand,
➔ ons terugtrekken uit bepaalde natuurgebieden en mee zorgen voor een herstel van het natuurlijk evenwicht (zorg voor het milieu en het klimaat)
,
➔ een dialogische houding aanleren (1) zowel naar onze medemensen als naar alle wezens in de natuur. Daarbij is het noodzakelijk meertalig te worden (= verbale, non-verbale en beeldende talen) (2)
Ik ben pessimistisch gestemd wat betreft het gebruik door de mens van zijn rationele, emotionele, relationele, morele en ethische capaciteiten en mogelijkheden. Onder elkaar lukt het al niet, hoe moet het dan in de relatie met alle andere wezens op aarde?
Hét grote struikelblok: de menselijke hebzucht, de drang om steeds meer te bezitten dan de buurman. Waar is de drang om een beter mens-onder-de-mensen te worden?

(1) Kies je voor een dialoog? Wat doe je dan? → Korte teksten
(2) Talen en taalgebruik → Korte teksten