Acht vragen (18) Hoe pak ik mijn levensproject aan?

De rubriek ‘Acht vragen’ biedt je een Vragenkompas rond een algemeen geformuleerde werkvraag. Het is een voorbeeld welke eerste vragen mogelijk zijn. Herken je de werkvraag? Wat is jouw werkvraag? Deze rubriek geeft dus geen oplossingen of tips hoe jij het moet aanpakken. De tekst ‘Ter inspiratie’ die volgt biedt je enkele korte inspirerende gedachten aan.

Hoe pak ik mijn levensproject aan?

Andere vragen:
Hoe pak ik als dertiger een levensproject van een ouder over?
Hoe transformeer ik mijn midlife-moment in een nieuwe geboorte?
Hoe werk ik tegelijkertijd op korte én op lange termijn

Het Vragenkompas is contextueel, d.w.z. dat bij alle vragen die je kunt stellen de vraag er bovenop luidt: Hoe beïnvloedt de context deze vraag en het antwoord?
Klik op de afbeedling om ze te vergroten of te downloaden.

Ter inspiratie

Een levensrichting is meer dan een levensdoel
Voor sommigen heeft ieder mens een ’opdracht’ in het leven, een levensopdracht. Ze zien dat als een concrete taak en vaak kunnen ze die voor zichzelf helder omschrijven. Dat is knap. Aan de levensopdracht koppelen ze wel hun ‘identiteit’. Dat is riskant. (1) Indien iets de uitvoering van de opdracht onmogelijk maakt groeit frustratie, onmacht en twijfels. Er komen vragen over wie ze zijn of wat ze te betekenen hebben in het leven.
Er is een andere visie mogelijk: gedurende je leven kies je meerdere doelen of opdrachten. Uiteraard heb je andere doelen als twintiger, dertiger, veertiger, vijftiger of … het vooropstellen van een doel heeft helemaal geen eindleeftijd. Je leven is als een landschap met een horizon. Die wijkt terwijl je stapt; je kunt de horizon nooit bereiken. (Dus ook niet de pot met goud zoals het verhaaltje gaat over de regenboog die de horizon raakt.) Je heb de keuze om op de horizon van je leven een doel te plaatsen dan wel om daar de aanduiding van een richting te situeren!
Ga je op stap met de overtuiging dat het leven een doel heeft dan ervaar je je belangrijkste doel als een levensdoel en als een eindpunt. Wanneer je daarentegen als pad-vindend mens door het leven gaat, ga je flexibel om met uitdagingen en doelen op je levenstocht. (2) Je voelt makkelijker de vrijheid om een andere weg in te slaan, nieuwe belangrijke doelen te stellen en een andere opdracht op te pakken, zolang die maar in de gewenste richting lopen, in je levensrichting. Je leven kent dan een richting, geen doel. Dat geeft een andere kleur aan de ‘zin van het leven’.
Een richting op de horizon is zoals de berg Fuji voor Japanners = het punt waar je naar streeft maar dat je nooit helemaal zult bereiken; dat je eigenlijk niet wilt bereiken. Het verlangen en het streven blijft een leven lang. De weg gaan is belangrijker dan het eindpunt bereiken. De Fuji kan je vanuit elke windrichting waarnemen. Waar je ook loopt, de Fuji is een baken dat de richting van het leven aangeeft.
Een levensrichting formuleer je erg praktisch, maar niet zo concreet dat je het morgen kunt bereiken. Het gaat om de globale reisrichting die je leven zal bepalen. Het geeft rust bij het gegeven dat je de veranderingen in het maatschappelijk landschap en in je leven niet kunt voorspellen. Voortdurend stel je in de actuele context nieuwe concrete doelen voorop en neem je nieuwe opdrachten op. Wanneer je zo’n doel bereikt voel je dat het volgende doel zich aandient. Op je weg stel je dan bij ieder. kruispunt de vraag: Dient dit doel, deze actie of deze relatie de ontwikkeling van mijn levensrichting? Om deze vraag te kunnen beantwoorden heb je criteria nodig. Met welke criteria zal ik beoordelen of iets mijn ontwikkeling dient? Concrete en praktische criteria dienen als maatstaf om je ‘op koers’ te houden.
Met een levensdoel kijk je vooral naar je missie, je deadlines, je objectieven, je resultaten en hanteer je spelregels, afspraken en normen. Met een levensrichting en de nodige criteria kijk je hoofdzakelijk naar je waarden, je overtuigingen, je principes, je levensintentie, je geloof in jezelf.

Korte en lange termijn
Vandaag staan we allemaal onder druk om de blik te richten op korte termijn, niet veel verder dan twee-drie jaar. Echt ‘lange termijn’ is een periode van 20 jaar of meer. Denk aan de uitdaging van de klimaatveranderingen. Een levensproject duurt per definitie nog langer.
Wanneer je leeft met doelstellingen is ‘lange termijn’ te ver weg. “Er kan en zal nog zoveel gebeuren onderweg!” En gelijk heb je. Het is echter spijtig dat je geen visie hebt op de ontwikkelingen die daar het gevolg van kunnen zijn. Dat doe je wanneer je de richting bepaalt voor lange termijn. Je levensrichting biedt je houvast zelfs al weet je niet hoe de maatschappij zal veranderen de volgende jaren. Je kunt niet weten hoe de situatie concreet zal veranderen tussen nu en 20 jaar. Wat je wél kunt weten is de manier waarop je je levensrichting kiest en hoe je die bijstuurt wanneer het nodig is. Wat zijn de uitgangspunten, de waarden en de principes die je leven sturen? Waarin geloof je?

Een gemeenschappelijk doel of een gemeenschappelijke richting?
Wanneer je met twee of meer aan hetzelfde project werkt en een probleem ervaart, heb je (te) snel de neiging te stellen Wij hebben een probleem.” Het vaststellen van het gemeenschappelijk probleem is veel moeilijker dan je denkt. In de meeste gevallen heeft toch ieder een ander ‘probleem’ met de situatie. Zelfs indien je vaststelt dat het over dezelfde ‘probleem’ gaat, dan nog is er geen gemeenschappelijk doel indien je niet akkoord gaat over de formulering van de gemeenschappelijke dwingende werkvraag én om samen verantwoordelijk te zijn voor het vinden van een oplossing én de uitvoering ervan én de resultaten én de effecten. Dit houdt niet in dat je samen moet ondernemen. Ieder heeft een andere taak. Je zult wél samen moeten beslissen, niet enkel besluiten! (3)
Dan biedt het vinden van een gemeenschappelijke richting een uitweg. Het vinden van een gemeenschappelijk richting is voor veel partners en teams makkelijker, nuttiger en realistischer dan het formuleren van één gemeenschappelijk doel.
Het ‘gemeenschappelijke’ ligt in de richting waarin iedereen kijkt en werkt. Deze aanpak toont dat er vele wegen mogelijk zijn om de vooropgestelde richting te halen en dat iedereen daarin een eigen bijdrage kan leveren. Iedereen kan een eigen accent leggen.
Dan stem je de individuele plannen af op de gemeenschappelijke richting: taken, deadlines, verantwoordelijkheden, mandaten, middelen, terugkoppeling, enz. De kracht van de verbindingen in de groep bestaat uit de voortdurende aandacht voor elkaar: Waar is de ander mee bezig? Hoever is zij gevorderd? Hoeveel hulp heeft ze nodig en van wie? Hoe kan ik mijn bijdrage nog meer stroomlijnen met de inspanningen van de anderen? Wanneer vieren we de eerste kleine successen? (4)

—–
(1) Lees over het onderscheid tussen ‘identiteit’ en je ‘zelf’ in Hoe beleef jij je ‘ik-wand’, je ‘ik’, je ‘identiteit’ en je ‘zelf’? → Korte teksten
(2) Lees meer over gidsend en pad-vindend leven in het boek Pad-vindend leiderschap → Boeken
(3) Lees meer in Besluiten off beslissen? → Korte teksten
(4) Lees het ganse verhaal in Wie heeft er een probleem? Ik, hij, zij of wij? → Korte teksten