Wat ligt aan de basis van een conflict?

Je kunt dit bericht hier ook downloaden als pdf.

Liggen misverstanden rond woorden aan de basis van een conflict?

Het korte antwoord is: nee, dat is slechts wat zichtbaar is aan de oppervlakte, dat is het gevolg. Het is een gegeven dat we belangrijke begrippen allemaal verschillend invullen en dus dat misverstanden de gewoonste zaak van de wereld zijn. Daar hoeft geen conflict over te ontstaan. Hoe weet ik dit zo zeker? Door de oefening ‘Woordenwolk’ te maken met partners en groepen. Dan is het voor iedereen zichtbaar dat iedere persoon de begrippen anders beleeft en er andere beelden bij heeft. (1)
Hoe komt het dat je geen oog hebt voor dit duidelijk feit?
1. Je hanteert nog teveel dagelijks taalgebruik, zelfs wanneer het om een ‘intens’ gesprek gaat. Je gebruikt algemene termen, containerbegrippen en vage woorden. Wanneer je af en toe een woordenwolk maakt ontdek je meer woorden om je gevoelens en gedachten uit te drukken. Wanneer je daarbij andere talen leert te gebruiken ontdekt je tevens andere vormen om je uit te drukken. (2)
2. Je ga er te vaak vanuit dat de ander wel weet wat je bedoelt “Je weet toch wat ik bedoel, doe niet zo moeilijk!” Deze veronderstelling is volkomen onterecht. Niemand kan zomaar je bedoelingen zien en jij ziet dit evenmin bij hen. Het is inmiddels een wetenschappelijk bewezen gegeven dat je de intentie en de gevoelens van anderen niet kunt ’lezen’ uit hun gelaatsuitdrukkingen en hun lichaamstaal. Dat kan niemand, ook AI niet! (3)
3. Je maakt geen onderscheid tussen ‘gevoelens’ en ‘emoties’. Daardoor sta je niet stil bij wat je werkelijk voelt en hoe je kiest om je emotioneel uit te drukken. (2) en (4)

Wat ligt dan wél aan de basis van een conflict?

Aan de basis van ieder conflict ligt een relationele dynamiek die als een neerwaartse spiraal draait. Die dynamiek steunt op concepten die in je brein leven, concepten over jezelf (je ‘zelf’) over de ander(en) en over hoe voor jou jullie relatie zou moeten zijn.
Een concept is een sterke bundeling van: een basisgedachte en een model of een schema en een verhaal met plaatjes en beelden en het zegt “Wat je waarneemt is dit, heeft deze betekenis en moet je  zo benaderen.”. Het vat je waarden, normen, uitgangspunten, overtuigingen en principes samen. Je hebt een bestand van honderden verschillende concepten in je hoofd; voor jezelf, voor mensen, dieren, voorwerpen, situaties, gebeurtenissen, abstracte begrippen, enz. Samen vormen ze jouw sociale realiteit. Concepten in je brein anticiperen op wat er gaat gebeuren door voortdurend plaatjes uit je ‘concepten-bestand’ te vergelijken met de situatie hier-en-nu. In een flits kiest je brein een passend emotioneel concept om de situatie te begrijpen en aan te pakken en stuurt dan aan op een bepaalde emotionele reactie. (5)
De vragen die je brein beantwoordt – voor jou onbewust – en waarvan het antwoord jouw concepten vormen en daarna je gedrag, zijn ondermeer:
Hoe zie ik mezelf, nu, in het verleden en in de toekomst? Hoe zie ik de ander, nu, in het verleden en in de toekomst? Hoe denk ik dat de ander mij ziet? In welke mate word ik door de ander gezien zoals ik wil worden gezien? Hoe denk ik dat de ander denkt dat ik naar hem/haar kijk? Hoe wil ik dat onze relatie zich uitdrukt? Wat past en wat past niet in onze relatie? Waar, hoe en wanneer kom ik in deze ontmoeting in gevaar? Wat is nodig om me veilig te voelen in deze ontmoeting? Op welke manier zouden we onze relatie kunnen afstemmen op elkaar? Wat is mijn belang bij wat er nu op tafel ligt? Wat is mijn belangrijkste behoefte nu en hoe krijgt die voldoening? Wat betekent ‘verliezen’ in deze situatie (want niet verliezen komt op de eerste plaats, voor winnen)?

Waar draait het dan om?

Het draait allemaal om het niet zien dat misverstanden ‘gewoon’ en ‘normaal’ zijn en sowieso verschijnen bij ieder ‘intens’ gesprek én wanneer je dat wél ziet, om het niet respecteren van dit gegeven en het perspectief van de ander. Niemand spreekt een woordenboeken-taal (tenzij je jurist bent), we spreken allemaal een relatie-taal. In de relatie-taal zitten tegelijkertijd betekenis, beleving en beelden. (2)
Wat je uitdrukt zegt in de eerste plaats iets over jullie relatie ook al lijkt het in jullie gesprek enkel te gaan om de inhoud (bv. rond een bepaald woord of een situatie). Wanneer je het gevoel hebt dat je niet wordt gehoord en gezien heeft dit niet te maken met de inhoud maar met jullie verhouding op dat moment.
De uitweg uit zo’n situatie is om … even trager te ademen, naar jezelf te luisteren, naar dat wat er fysiek in jou omgaat; aandacht te geven aan wat je écht voelt, niet aan de vraag hoe je nu onmiddellijk zult reageren op de ander. De suggestie is niet om rationeel naar de dingen te kijken, wel integendeel. Voelen wat er in je omgaat is niet ‘ik denk dat ik voel’! Draag eerst goed zorg voor jezelf, pas dan kan je met een open blik en een ander oor naar de ander kijken. Dan kan de dynamiek van een intens gesprek veranderen in een opwaartse spiraal.

Een conflict is geen probleem, je maakt er een probleem van

Misverstanden, spanningen en conflicten zijn normaal. Dat is dus niet het punt, maar wel: vanuit welke concepten bekijk je de situatie? Je kunt een conflict beter zien als een uitnodiging (of een uitdaging of een kruispunt) om naar de relatie te kijken en het over de relatie te hebben. Na een moment van spanning en harde woorden kan je een time-out inlassen en beslissen of de relatie de moeite waard is om het over de relatie te hebben. Is het dat voor jou niet dan hoef je ook niet de spanning en het conflict verder te zetten. Laat los.
Blijf je er toch mee bezig dan toon je dat de relatie voor jou wél belangrijk is. Je wil nog steeds iets uit deze relatie halen. Je hebt nog steeds een behoefte waar je voldoening voor wil. Dus tijd om naar je behoeften te luisteren.
Je kunt op twee manieren naar je behoeften kijken: als doel of als middel.
Wanneer jouw behoefte en de voldoening daarvan het doel is stel je vragen als:
Welke woorden drukken zorgvuldiger uit wat ik nodig heb? Wat wil ik uiteindelijk bereiken? Wat wil mijn behoefte ‘krijgen’? Wat is mijn aandeel en het belang van mijn behoefte in het conflict? Wat maakt dat ik in déze relatie de voldoening zoek van mijn behoefte? Bij welke andere persoon, op welke andere plek, op welke andere manier, via welk ander relatiepatroon (met deze persoon?) … kan ik ook voldoening vinden voor deze behoefte? Wat kan ik de ander(en) – eerst – aanbieden om daarna voldoening te krijgen?
Beschouw je de behoefte die je voelt als een middel dan is er een ander doel. Je behoefte verwijst dan naar een doel dat daaronder zit (of daarboven of daarachter). Dan stel je vragen als:
Waar verwijst mijn actuele behoefte naar? Wat is meer waard dan (louter) voldoening krijgen voor déze behoefte? Wat is mijn uiteindelijk verder liggend doel? Hoe belangrijk is dit doel in mijn leven? Welke andere behoeften bouwen ook aan dit doel? Hoe staat het met de voldoening van deze behoeften? Als mijn actuele behoefte een strategie is om mijn dieperliggend doel te bereiken, welke andere strategie voelt dan als gerichter aan (ook al is die misschien lastiger)?

——-

Noten
De basis van de illustratie: https://www.uihere.com/free-cliparts/search?q=quarrel

(1) Lees Wat is een woordenwolk?
(2) Meer in Talen en taalgebruik
(3) Bekijk de TED-talk van Lisa Feldman Barrett: You aren’t at the mercy of your emotions — your brain creates them (Je bent niet overgeleverd aan je emoties – je brein creërt ze) Je kunt de Nederlandse vertaling inschakelen.
(4) Lees het hoofdstuk ‘Gevoelens en emoties’ in de tekst Medeleven Empathie Mededogen.
(5) Lisa Feldman Barrett:  “How Emotions Are Made – The Secret Life of the brain” (2017), “Seven And A Half Lessons About The Brain” (2020). Zij schetst een ‘theory of constructed emotion’ en biedt een systemische kijk op het brein, het brein als een netwerk. Het brein bestaande uit een gescheiden linker- en rechter hersenhelft en met vaste locaties voor vaardigheden, gedrag of gevoelens is sinds twintig jaar verleden tijd.

Het verhaal van het beeld ‘Waar stilte groeit’

Ik heb haar beloofd een beeld voor haar te maken over het thema dat in haar leven erg speelt. 
Waar zullen we gaan zitten?
We kijken in haar grote tuin en ik wijs op twee bomen aan de rand van de tuin. Er staan twee kastanjebomen en er is ooit een stenen vloertje gelegd aan hun voeten.
Grootmoeder zat hier altijd, maar de buur heeft paarden en stortte zijn mest net aan de andere kant van de haag, stank en muggen, daarom kom ik hier niet.
Het is zomer, lekker weertje, we ruiken geen stank en er zijn geen muggen. Dus dan toch onze stoelen daar gezet.
Ik heb een tekenblad meegebracht zodat ze kan noteren tijdens ons gesprek.
Welk onderwerp of vraag speelt vandaag sterk bij jou?
Haar antwoord komt vlot. Op het blad verschijnen woorden als ‘verdieping’, ‘rust’, ‘alleen zijn’ en ‘stilte’. Ik vraag door op de woorden en snel wordt duidelijk dat ‘stilte’ een centraal thema is. Ze omcirkelt het woord.
Stilte is contact, is verbinding, zegt ze. Stilte is leven en leren.
Daarop ontvang ik een erg persoonlijk vertrouwelijk verhaal van pijnen, trauma, frustraties, tegen grenzen aanlopen, gevoelens van onmacht. Tegelijk voel ik een vrouw die tijdens het praten zich rechter en rechter zet. Op het blad verschijnen enkel positieve woorden. Over het enige negatieve woord (‘schuld’) gaat een groot kruis.
In mij groeit een beeld van iemand die niet werd gehoord en begrepen maar die weerstand biedt, die toch rechtop staat en stappen vooruit zet. Dat wil ik in het beeld brengen.
Dit is echt een aangename plek, zegt ze, het is hier aangenaam stil. Ik ga hier vaker komen zitten.
Welke kleur heeft ‘stilte’ voor jou? vraag ik.

Na wat aarzelen en mompelend ‘paars’ volgt uitdrukkelijk ‘transparant’.
Wanneer ik thuis alles nog eens orden teken ik haar woordenwolk zo. 

In mijn atelier ver-taal ik haar verhaal, het innerlijk beeld dat ik me heb gevormd en wat ik heb ervaren in een beeld. Het is duidelijk dat de bomen een rol spelen. Dus haal ik een stuk schors van een kastanje uit het park en plaats er een stuk roze albast bij.
Tijdens het beeldhouwen komt het beeld voor mij meer en meer ‘te voorschijn’. Ik kan voelen hoe het is om zo te bewegen. Ik wijzig de beweging van haar rechter hand en beslis om er een edelsteen (amethist) in te leggen. De rechtervoet zet een stap buiten de cirkel die de schors vormt, deze zijde doorbreekt de cirkel! Haar linkerzijde wil ik zowel krachtig als zacht (een vleugel?). Die zijde en de onderzijde van het beeld hou ik grof, omdat ze relatie hebben met de schors, het beeld is daardoor zelf een beetje boom. Het hoofd en het boven-lichaam schuur ik fijn en polijst ik zodat het transparant is.
Ik zet het beeld bewust op een steen en geef die een gouden randje.

We zijn allemaal geneigd om een beeld (in steen, brons, ijzer of hout) te bekijken als iets statisch. Ja, het staat stil, doch enkel omdat je er zo naar kijkt. Een beeld is een bevroren moment uit een beweging. Je kunt ook naar de beweging kijken. 
Zie je haar uit de boom tevoorschijn komen? Zie je hoe de figuur zelf een ‘boom’ is, geworteld, en groeit?
Biedt zij weerstand tegen de boom? Of biedt de boom weerstand tegen haar?
Of is de boom voor haar een liefdevolle steun?

Kun je de boom zien bewegen en onder haar duwkracht met haar mee plooien?
Is de edelsteen een geschenk van de dynamiek? Is de boom de geboorteplek van stilte?

Of is de edelsteen de ‘stilte’ als kracht die is gegroeid in haar? Toont ze dat ze de ‘stilte’ als een geschenk wil delen?
Welke bewegingen voel jij bij dit beeld? Wat beweegt er in jou wanneer je relatie maakt met het beeld, meer dan er gewoon naar te kijken?
Hier zie je het beeld beter.

Woordenwolken (7) Transformeren

Inleiding

Indien het de eerste keer is dat je deze rubriek bezoekt, lees dan eerst hier de ‘Inleiding’!

Gedachten bij het thema ‘Transformeren’

Is ‘transformeren’ niet gewoon een bepaalde vorm van ‘veranderen’? (Woordenwolk 4) Neen, bij transformatie gaat het om een specifiek proces waarbij je geen concreet doel ziet. Je dient een situatie radicaal los te laten (Woordenwolk 5) en niet verder uit te stellen (Woordenwolk 6).
Bij transformeren ben je op een punt gekomen dat je voelt dat je het roer helemaal moet omdraaien maar je weet niet waar naartoe. Het gaat niet meer om hier en daar wat te veranderen of om bepaalde aspecten bij te sturen of om een onderdeel te innoveren of om een compromis te zoeken. Het moet radicaal anders en … je weet niet hoe. Dit laatste is deel van het transformatieproces.
Loslaten betekent nu ‘alles’ loslaten, alle zekerheden, alle vooruitzichten. Alles waar je tot nu toe energie aan hebt gegeven, alles wat je lief is dien je los te laten. Misschien zijn bepaalde bestaande relaties en activiteiten deel van je nieuwe ‘wereld’ maar dat weet je niet met zekerheid. Je er aan vastklampen helpt je geen stap vooruit. Wie jij liefhebt zal je blijven liefhebben, wie jou lief heeft zal jou (waarschijnlijk) blijven liefhebben, maar hoe, dat weet je niet.
Je kunt gaan brainstormen of een mindmap maken of de bestaande zaken vanuit een andere hoek trachten te bekijken, maar zo ga je het nieuwe niet ontdekken. Je dient een stroom over te steken zonder te weten wat je op de andere oever zult aantreffen. (1) Bij de oversteek dien je het niet-weten te aanvaarden. Meer nog, je dient het niet-weten lief te hebben. Soms is het beter een tijdje in het midden van de rivier te blijven staan alvorens naar de andere oever te reizen. (2)
De rups weet niets over vlinder zijn. Ze ‘weet’ enkel dat je zich moet omhullen met een cocon en … de transformatie laten plaatsvinden, om het even hoeveel tijd dat vraagt (dat weet de rups ook niet).
De ‘uitnodiging’ dat je in de richting van een transformatie dient te stappen komt soms geleidelijk maar vaker via een luider signaal, via een crisismoment. Een innerlijk groeiende onrust en externe breuklijnen komen ‘toevallig’ samen en kunnen elkaar versterken. 
Transformeren lijkt iets ‘dramatisch’ te hebben en toch is het dat niet. Integendeel, een transformatieproces verloopt zacht, geleidelijk, zonder  horten en stoten. Indien het wél op een dramatische of drastische manier verloopt is dat omdat jij het proces belemmert. Door je angsten, je onrust, je vastklampen aan oude zekerheden, laat jij het proces moeilijk verlopen. Een van de lastige effecten is dat anderen je niet begrijpen. “Wat doet zij nu? Moet het zo radicaal? Kan ze niet gewoon de zaken wat bijsturen?” , “Gebruik je verstand! Je gedraagt je als een puber.” (3)
De ommekeer, de andere oever, de nieuwe wereld, is … gewoon. Je komt uiteindelijk bij iets uit dat helemaal bij jou past, gewoon. Meer nog, wanneer je er aankomt voel je dat het nieuwe op dit moment in je leven meer bij jou past dan de oude wereld.
Een belangrijk transformatieproces gebeurt wanneer je ontdekt dat wat er werkelijk toe doet is datgene wat je doet, niet wie je zegt dat je ‘bent’ (“Ik ben …”) of wat je zegt dat je (misschien) gaat doen. Daarbij mag je vandaag gans anders doen dan gisteren. Je ontdekt dat er geen voorgeschreven ‘weg’ bestaat, ook geen Weg. Je Weg is het parcours dat je loopt door het te lopen. Je mag alles geloven, alles dromen, naar alles streven. Je beoordeelt anderen niet en laat je acties niet afhangen van de oordelen van anderen, van wat anderen over je denken.
Wat wél telt is je verbinding met anderen. Je blijft een mens en dat betekent op de eerste plaats verbonden zijn met anderen. Je bent een interafhankelijk wezen (zelfs al trek je je terug als een kluizenaar). Om dat wat je eet bij je ontbijt op je tafel te krijgen zijn vele mensen in actie moeten komen. Zonder hen geen brood of ontbijtgranen, geen koffie of thee, geen lekkernij. Zo ben jij ook voor anderen belangrijk, door de eenvoudige dingen die jij doet binnen het systeem van afhankelijk zijn van elkaar, om het even wat je doet. Mahatma Gandhi: “Wat je doet is niet belangrijk, maar dat je doet wat je moet doen dát is erg belangrijk.” Van waaruit je kiest om dat te doen is belangrijk voor het hele systeem. ‘Liefde’ maakt andere keuzes dan ‘angst’ of ‘competitie’ of ‘overleven’ of ‘hebzucht’ of ‘haat’.
Niet de vraag “Wie ben je?” maakt verschil maar de vragen “Bij wie ben je betrokken? Wat doe je dan? Met welke intentie en vanuit welke overtuiging?”

Jouw woordenwolk rond ‘Transformeren’

Neem een concrete situatie voor ogen waarin je voelt dat het nu om meer gaat dan om ‘veranderen’ en dat ‘transformeren’ nu aan de orde is.
Noteer dertig woorden die jij associeert met het begrip ‘transformeren’. De eerste tien komen vanzelf, de volgende tien zijn vaak een variatie op de eerste woorden, voor de volgende tien moet je je inspannen en ga je een brug over. Daar moet je zijn.
Onderlijn drie woorden die je dichter brengen bij hoe je je werkelijk voelt nu je geconfronteerd wordt met de noodzaak om te transformeren. Hoe ga je de situatie anders aanpakken wanneer je ze anders benoemt? Aan welke acties denk je? Welke positieve beelden komen je voor de geest?

Teken eerst jouw woordenwolk alvorens mijn woordenwolk te bekijken. Hier mijn wolk.

Begeleiding bij het tekenen van je woordenwolk of bij het thema

Je kunt steeds op mij beroep doen om je te helpen bij het tekenen van je woordenwolk en bij wat het thema in jou oproept aan vragen.
Maak een afspraak: francisgastmans@icloud.com

———-

Noten

(1) In het boek De Blauwe Rivier oversteken wordt het beeld geschetst van zo’n overgang.
(2) Herlees het bericht: De zesde mogelijkheid: wachten met oplossen
(3) Herlees het bericht: De ander willen begrijpen en begrepen willen worden

Dit is de laatste Woordenwolk

Tenslotte
Hoe teken je een woordenwolk?
Dat staat uitgebreid in de tekst Wat is een woordenwolk?Korte teksten – Heldere communicatie

Woordenwolken (6) Uitstellen

Inleiding

Indien het de eerste keer is dat je deze rubriek bezoekt, lees dan eerst hier de ‘Inleiding’!

Gedachten bij het thema ‘Uitstellen’

De illustratie toont een deel van een lange gescheurde tak van een witte paardenkastanje. De tak zag ik liggen op mijn wandeling door het park bij mij om de hoek. Uit het voorste deel van de tak haal ik een beeld, zag ik. Eerst dacht ik, die kom ik vanavond halen en breng mijn zaag mee (want ik heb niet gans de tak nodig). Niet uitstellen was mijn tweede gedachte en dus nam ik de volledige tak op mijn schouders mee naar huis. O.K. dat was een vreemd zicht. De tak heb ik in mijn atelier doormidden gezaagd. De  andere helft ligt nu bij een boom voor mijn deur, omdat er pissebedden, wormen, kevers, een slak en andere edele insecten in wonen. 
Ik word de laatste tijd meer en meer geconfronteerd met mensen die me iets beloven en niet doen. Achteraf blijkt vaak dat ze de zaken ‘slechts even’ hadden uitgesteld en het dan toch verder zijn vergeten. Soms komen ze er op terug wanneer het te laat is, wanneer het momentum weg is of de vraag zich niet meer stelt.
We stellen allemaal wel eens iets uit, om een goede of om een minder goede reden. Soms tot de volgende dag, soms net voor de deadline, soms even voor een tijdje (onbepaald). Ja soms wordt uitstel afstel. Iets beloven en er verder niets meer over laten weten, is voor mij ook een vorm van (lang) uitstel dat afstel is geworden.

Stel jij ook wel eens uit? Wat gebeurt er dan in jou? Wat ging er aan vooraf? Hoe voelt het om iets uit te stellen? Hoe vaak doe je dat?
En als je het nu eens niet ‘uitstellen’ noemt maar het een andere naam geeft? Verkenning? Grensverlegging? Slaapraad? Zelfzorg? … Wat gebeurt er dan in jou?
Daarom is het nuttig om een woordenwolk te maken rond het begrip ‘uitstellen’ en een woord te vinden dat beter past bij je ervaring. Het is uiteraard niet de bedoeling dat je een eufemistisch term bedenkt om toch maar vrolijk zonder meer verder te gaan met ongepast uitstellen.
Bekijk het echter ook eens van de andere kant: Wat zijn de voordelen van uitstelgedrag? In welke situaties kan je iets toch maar beter uitstellen? Bv. wanneer je voelt dat de actie die je wilt ondernemen een overdreven emotionele reactie is. Het versturen van een kwade mail uitstellen is in de meeste situaties een goede beslissing. Soms blijkt uitstel een goede zaak wanneer blijkt dat  de ander te snel was geweest met haar vraag, gelukkig had je nog niets ondernomen. Leven zonder agenda heeft als naar gevolg dat je niet steeds door hebt dat je uitstelt, maar zo’n leven kan plezierig zijn (voor jou) en met minder stress. Soms zorgt uitstel voor een creatiever idee.
Is het werkelijk zo erg dat je dit hebt uitgesteld? Heb je er last van? Hebben anderen er last van? Nou ja, dan … dan kan je er beter met haar over praten.
Leer hoe je kan houden van uitstellen van iemand dat dit goed kan: Inside the mind of a master procrastinator

Jouw woordenwolk

Neem een concrete situatie voor ogen waarin je laatst weer eens iets hebt uitgesteld. Zonder een concrete case dreigt deze oefening louter spielerei te blijven.
Noteer dertig woorden die jij associeert met het begrip ‘uitstellen’. De eerste tien komen vanzelf, de volgende tien zijn vaak een variatie op de eerste woorden, voor de volgende tien moet je je inspannen en ga je een brug over. Daar moet je zijn.
Onderlijn drie woorden die je dichter brengen bij hoe je je werkelijk voelt bij het uitstellen. Hoe ga je de situatie anders aanpakken wanneer je ze anders benoemt? Aan welke technieken denk je? Welke positieve beelden komen je voor de geest?

Mijn woordenwolk is geen woordenwolk maar een zinnen-wolk geworden. Het zijn zaken die ik vooral bij anderen merk of die ze me vertellen of die ze op mij toepassen en waar ik last van heb.
Teken eerst jouw woordenwolk alvorens mijn woordenwolk te bekijken. Hier mijn wolk.

Begeleiding bij het tekenen van je woordenwolk of bij het thema

Je kunt steeds op mij beroep doen om je te helpen bij het tekenen van je woordenwolk en bij wat het thema in jou oproept aan vragen.
Maak een afspraak: francisgastmans@icloud.com

Tenslotte
Hoe teken je een woordenwolk?
Dat staat uitgebreid in de tekst Wat is een woordenwolk?Korte teksten – Heldere communicatie

Woordenwolken (5) Loslaten

Inleiding
Indien het de eerste keer is dat je deze rubriek bezoekt, lees dan eerst hier de ‘Inleiding’!

Enkele gedachten bij het thema: Loslaten
Je kunt maar loslaten wat je vasthoudt
(een relatie, een project, een doel, een gedachte, een overtuiging, een aanpak).
Wat je niet vasthoudt hoef je niet los te laten.
Vasthouden betekent dat je aan iemand of aan iets emotionele energie hebt gebonden.
Iemand of iets loslaten wordt moeilijker wanneer er meer emotionele energie aan kleeft, wanneer je veel hebt geïnvesteerd in iemand of iets.
Energie is op zich neutraal maar met de emotionele lading die je het geeft maak je het voor jou tot negatieve of positieve energie.(1)
Je kunt niet loslaten wat je ‘bezit’ omdat je het een waarde hebt gegeven en er in hebt geïnvesteerd.
Om te kunnen loslaten moet je stoppen met (willen) bezitten.

Loslaten is steeds tegelijk ook iets ontvangen (!): ruimte, mogelijkheden, een nieuw inzicht, adem, ontspanning.
In plaats van je aandacht sterk te richten op loslaten wat je vasthoudt, kan je je aandacht richten op ontspannen, op niet-vasthouden.
Bij ‘loslaten’ lever je een inspanning, je opdracht is om iets te doen, iets te ondernemen. Je dient los te maken wat je vasthoudt.
Bij ‘niet-vasthouden’ – gaat het essentieel om geen actie te organiseren, doen door niet-doen is de opdracht, wu-wei. (2)
Het taoïstische wu-wei, betekent ‘niet handelen tegen de aard der dingen in’ of ‘doen door niet-doen’. Wu-wei is afstand nemen, rust vinden, jezelf terugvinden; daarbij komt dat je moet ophouden met over alles en nog wat na te denken. Wu-wei wordt gekenmerkt door een gevoel van moeiteloosheid en niet-zelfbewustzijn, ook al ben je in wu-wei zeer actief in de wereld. Het is een manier van handelen waarbij je speel-ruimte laat in de situatie, door iets bij jezelf los te laten dat deze ruimte anders geheel zou vullen en je zou belemmeren om voeling te krijgen met wat er in deze situatie feitelijk aan de hand is.

Aan de basis van vasthouden liggen enkele belangrijke menselijke behoeften:
Je wilt niet verliezen! (3)
Je wilt controle houden over de zaak (want dat geeft je zekerheid en bied je een gevoel van veiligheid).
Je wilt iets bezitten omdat je meent dat je anders tekort gaat komen in de toekomst (overlevingsgedrag).
Je wilt dat wat je doet en gedaan hebt, zin heeft.
Je wilt iets betekenen voor iemand, voor de anderen, voor ‘de wereld’.
Je wilt iets herstellen, rechtzetten, helen.

Jouw woordenwolk
Teken je woordenwolk rond het begrip ‘loslaten’ en ontdek welk ander woord voor jou beter werkt.
Neem een concrete situatie voor ogen waarin ‘loslaten’ sterk en dringend aan de orde is. Zonder een concrete case dreigt deze oefening louter spielerei te blijven.
Noteer dertig woorden die jij vandaag associeert met het begrip ‘loslaten’. De eerste tien komen vanzelf, de volgende tien zijn vaak een variatie op de eerste woorden, voor de volgende tien moet je je inspannen en ga je een brug over. Daar moet je zijn.
Onderlijn drie woorden die je dichter brengen bij wat er werkelijk aan de hand is en dat je een beter zicht geeft op wat er moet gebeuren.
Hoe ga je de situatie anders aanpakken wanneer je ze anders benoemt? Aan welke technieken denk je? Welke positieve beelden komen je voor de geest?

Teken eerst jouw woordenwolk alvorens mijn woordenwolk te bekijken. Hier mijn woordenwolk.  Staan er voor jou verrassende woorden bij? Hoe verrassen ze?

Begeleiding bij het tekenen van je woordenwolk of bij het thema
Je kunt op mij beroep doen om je te begeleiden bij het tekenen van je woordenwolk en bij wat het thema in jou oproept aan vragen.
Maak een afspraak: francisgastmans@icloud.com

———-

Noten

(1) Over het onderscheid tussen gevoelens en emoties lees je in: Medeleven Empathie Mededogen
(2) ’Niet-vasthouden’ is een positief werkwoord en anders dan niet ‘vasthouden’, zoals niet-doen en niet doen verschillen. Lees meer in : Wu-wei – Bereik meer door actief niet-doen
(3) Niet willen verliezen is sterker dan willen willen. Cf. Daniel Kahneman, Ons feilbare denken (Thinking, fast and slow), Business Contact 2016

Tenslotte
Hoe teken je een woordenwolk?
Dat staat uitgebreid in de tekst Wat is een woordenwolk?Korte teksten – Heldere communicatie