Tagarchief: Dialoog

Acht vragen (13) Dialoog of strijd?

De rubriek ‘Acht vragen’ biedt je een Vragenkompas rond een algemeen geformuleerde werkvraag. Het is een voorbeeld welke eerste vragen mogelijk zijn. Herken je de werkvraag? Wat is jouw werkvraag? Deze rubriek geeft dus geen oplossingen of tips hoe jij het moet aanpakken. De tekst ‘Ter inspiratie’ die volgt biedt je enkele korte inspirerende gedachten aan. Graag wat hulp? Contacteer me.

Hoe voer ik een dialoog en geen strijd?

Andere vragen van lezers:
Hoe voer ik een dialoog met iemand die een sterk tegengestelde visie heeft als ik?
Hoe voer ik een zinvol gesprek met iemand die me erg dierbaar is maar voor wie ik weinig beteken?
Hoe leg ik verbinding met mensen die een verborgen agenda hebben?
Hoe werk ik samen met iemand die een totaal andere visie heeft?

Het Vragenkompas is contextueel, d.w.z. dat bij alle vragen die je kunt stellen de vraag er bovenop luidt: Hoe beïnvloedt de context deze vraag en het antwoord?
Klik op de afbeedling om ze te vergroten of te downloaden.

Ter inspiratie

Verbinding is de basis voor ieder gesprek
Zonder verbinding worden jouw woorden niet gehoord en hoor jij de ander niet. Zonder verbinding wordt lichaamstaal niet juist ingeschat, door jou, door de ander. Zonder verbinding worden misverstanden niet of te laat aangepakt. Zonder verbinding krijgt stilte onvoldoende ruimte, van jou, van de ander; je verdraagt ze zelfs niet. Zonder verbinding weet je niet hoe het moment te waarderen dat jij ‘ik-weet-het niet-meer’ beleeft. Het plots niet meer weten of niet meer zien zitten, is een rustpauze, vaak in een te geforceerd gesprek.
Hoe zorg je voor de ‘eerste verbinding’?
Door aandacht te hebben voor jouw lichaamstaal en die van de ander. Drukt die echt je intentie uit om te verbinden, om het even wat er het volgende moment zal gebeuren? Of ben je reeds bezig met het moment na de eerste vijf seconden van de ontmoeting, met wat je gaat zeggen of vragen? Ben je reeds bezig met het verhalende gesprek in jezelf? (1) Of ben je reeds bezig met de stappen die je tijdens een opleiding hebt geleerd? (2) Om verbinding te leggen dien je bewust de intentie te voelen om je met de ander te verbinden. Zo kan je lichaam dat onbewust uitdrukken. De eerste stap, alvorens jullie elkaar ontmoeten, is dus: je bewuste intentie. Dit is best een uitdaging wanneer er zonder afspraak plots iemand voor je staat. Dit betekent dat de intentie om eerst te verbinden een basishouding is die je dient aan te leren zodat het ‘vanzelfsprekend’ kan worden.
Het woord ‘intentie’ wijst op de drijfveer, de stuwende gerichtheid die een doelstelling onderbouwt. Het is niet gelijk aan ‘doelstelling’. Het verwijst naar de werkelijke innerlijke drijfveer van je handelen. Het is nauw verbonden met datgene wat voor jou zinvol is in het leven. Intentie slaat op datgene wat je diep in je hart echt wilt bereiken, los van de schone schijn, los van wat anderen daar van zullen vinden, los van wat er van jou wordt verwacht, los van angst voor het resultaat. Je intentie toont de kwaliteit van je verbinding met jezelf en met anderen. Intentie is de echte aansteker van je gedrag en van het effect van je gedrag. Intentie is het ware doel van een ontmoeting of een gesprek.(3)

Je behoeften respecteren én de vraag voelen die eronder schuilt
Essentieel bij ieder gesprek is het bewust zijn van wat op dat moment je behoeften zijn en de overweging of dit prioriteit krijgt dan wel of dit kan worden uitgesteld. Gehoord en gezien willen worden, begrepen willen worden, gelijk willen krijgen of geliefd willen zijn, het zijn algemeen menselijke behoeften. Iedereen heeft ze. Ga daar maar vanuit wanneer je iemand ontmoet. Wanneer je even stilstaat bij jouw behoeften kan je ontdekken welke de werkelijke vraag is die er onder schuilt. Op welke belangrijke vraag wil ik een antwoord? Zoek eerst innerlijk naar je vraag, je hoeft ze niet onmiddellijk in het midden te leggen. Niet zelden uit je een verzoek (dat de ander iets zou doen of laten) op basis van wat je op dat moment als een behoefte beleeft zonder de werkelijke vraag te voelen, de vraag in jou waar het écht om gaat, je werkvraag.

Een vruchtbaar gesprek verloopt ‘in het midden’
In ieder gesprek is er fysiek een ruimte tussen de gesprekspartners, hoe miniem ook. Voor een vruchtbaar gesprek laat je die ruimte ook mentaal en emotioneel ‘open’ en ‘vrij’. Wanneer de ander een ‘vrije ruimte in het midden’ kan ervaren, waarin hij zonder gevaar iets in het midden kan leggen, kan vertrouwen groeien en een gevoel van gelijkwaardig zijn. Vertrouwen dien je eerst aan te bieden om het daarna van de ander te kunnen ontvangen. (4)
Wanneer je een dialoog wil dan zijn dit noodzakelijke houdingen: stop met te willen begrijpen en begrepen te willen worden (5); stop met oordelen uit te spreken; gebruik een zorgvuldig en verbindende taal. (6)

Hoe leg je een moeilijk onderwerp ‘in het midden’?
Wat alleszins niet werkt: rond de hete brij draaien; de boodschap in wol inpakken; praten in metaforen-taal. Wat je ook in het midden legt zorg er voor dat je dit doet in de vorm van een vraag. Bereid je voor door te zoeken naar de vraag waar het je écht om te doen is. Gebruik een zorgvuldige taal en wees duidelijk. Vooral, formuleer een constructieve, oplossingsgerichte werkvraag. (7)
Essentieel daarbij is dat je het onderscheid maakt tussen je gevoelens en je emoties. Vooral bij een moeilijk onderwerp en bij spanningen is het nodig om terug te gaan naar je gevoelens om de juiste vraag formuleren en je niet te laten meeslepen door je emoties.
Gevoelens zijn de resultaten van een waarneming. Gevoel is een perceptie, een waarneming. Je voelt met al je zintuigen! Je hoort en voelt de klanken, je ziet en voelt de kleuren en vormen, je proeft en voelt de smaken, enz. Met welke zintuigen neem jij de temperatuur waar en hoe voel je dat? Je hart is ook een zintuig. De uitdaging bestaat er in om scherper te leren waarnemen en fijngevoelig te leren voelen.
Emoties zijn het resultaat van een beoordeling en een waardering (positief, negatief, neutraal of onverschillig) van wat je voelt. Het is een ‘spontane’ (primaire) reactie op wat je waarneemt. Emoties zijn dat wat je doet met je gevoelens. Emoties verwijzen  naar je onderliggende behoeften. Hier is de uitdaging om je niet te laten meeslepen door sterke emoties en integendeel om je zo gedifferentieerd mogelijk emotioneel uit te drukken. (8)

Ieder mens heeft haar eigen ritme. Heb geen geduld
Een nefaste houding voor een goed gesprek is “Ik moet geduld hebben met hem/haar.” Deze houding werkt negatief. Je moet geen geduld hebben, met niets of niemand. Geduld hebben is voor ongeduldige mensen! Geduld hebben is een slechte zaak voor de relatie. Geduld hebben betekent een neerbuigende houding naar de ander. Je zet je daarmee – relationeel – boven de ander. Kies er voor om haar ‘haar tijd’ te geven of niet. Is de ander het waard om de ruimte en de tijd te krijgen die zij nodig heeft? Mag ze op haar manier en haar tempo ontwikkelen? Laat haar die dan gewoon. Punt. Je hoeft geen ‘extra tijd’ te maken. Meer nog, je ‘bezit’ geen tijd en ‘extra tijd’ bestaat niet! (9)
Je moet geen geduld hebben met de planten zodat ze vruchten krijgen. Ze hebben hun tijd en die is interafhankelijk verbonden met de context (warmte, water, voeding in de grond, op tijd gesnoeid worden, enz.). Hetzelfde geldt voor mensen. Ieder mens heeft haar eigen tijd om te ontwikkelen en die is interafhankelijk verbonden met: het vertrouwen dat ze krijgt, het zelfvertrouwen dat ze heeft opgebouwd, de eerlijke aandacht die ze krijgt, de ruimte voor haar leerproces, haar leervaardigheden, de ontwikkeling van haar ‘eigen kracht’, enz. (10)
—————
Alle teksten waar naar wordt verwezen vind je op de pagina → ‘Korte teksten’ van deze website
(1) Lees meer over je ‘ervarend zelf’ en je ‘verhalend zelf’ in de tekst Hoe je zelf ‘feiten’ creëert – Vier soorten feiten
(2) Op vele plekken wordt ‘Geweldloze communicatie’ aangeleerd. Meestal geeft zo’n cursus echter ‘teveel ineens’. Je krijgt een rechtlijnig uitgewerkte aanpak (‘Doe dit zo.’) en daarin ontbreekt de aandacht voor de ‘eerste verbinding’ en voor het plots opdoemen van ‘ik-weet-niet-meer’. Ik spreek uit ervaring: een tweedaagse Introductie, een driedaagse basistraining, een driedaagse met een buitenlandse lesgeefster en ik ben een jaaropleiding gestart die ik vroegtijdig heb afgebroken (de ‘eerste verbinding’ ontbrak, ook bij de trainer, en er werden teveel ‘foute’ vragen aangeleerd; zoals: suggestieve, belerende, gesloten en sturende vragen).
(3) Lees het hoofdstuk ‘Je intentie is je werkelijke drijfveer’ in de tekst Kies je voor een dialoog? Wat doe je dan?
(4) Lees meer in de tekst Hoe hou je het gesprek ‘in het midden’?
(5) Lees het hoofdstuk ‘Kan je de ander begrijpen?’ in de tekst Medeleven Empathie Mededogen
(6) Lees meer in de tekst Kies je voor een dialoog? Wat doe je dan?
(7) Lees de paragraaf ‘Is de werkvraag constructief en oplossingsgericht?’ in De kunst van het vragen en het Vragenkompas
(8) Lees het volledige bericht van 8 maart 2021
(9) Lees het bericht van 3/8/20: Geduld hebben is voor ongeduldige mensen
(10) Over leervaardigheden lees je meer in de tekst Leerrijker worden kán!

Vraag van de week (47)

Welke vraag doorbreekt dat er wordt gezwegen over een onderwerp?

Er zijn onderwerpen die worden doodgezwegen, zowel maatschappelijk bv. binnen besturen, als professioneel binnen bedrijven en organisaties, als privé binnen gezinnen. We doen er allemaal aan mee. Het luidop zeggen voelt aan als bedreigend zowel voor ‘veroorzakers’, ‘waarnemers’, ’verderzetters’, als voor de ‘ondergaanders’ van dat wat wordt verzwegen. Het gaat om eenvoudige fouten, of kleine vergrijpen, maar soms ook om regelrechte misdaden.
Voor alle zwijgers is zwijgen meer waard dan het gevaar van de reactie op het aan de grote klok hangen. Wie wil er nu beschuldigd worden van ‘nestvervuilen’?
Zoals in alle situaties is er een middenweg. Ditmaal tussen zwijgen en aanklagen. Je kunt een vraag stellen en die vraag neerleggen waar ze gehoord kan worden. Een vraag wérkt enkel wanneer ze op het gepaste bordje wordt neergelegd.
Wanneer er thuis iets niet correct verloopt dien je je vraag aan je partner of je ouder voor te leggen. Kan dit niet, dan stap je naar een hulpverlenende persoon. Dat kan een vriend zijn maar soms moet je naar een professional stappen.
Zelf was ik tot vijf jaar geleden een conflict-vermijder. Ik zweeg meer dan goed was voor mijn relaties en voor mezelf. Ik stelde geen vraag of ik stelde de foute vraag. Dat is de vraag die tegelijk aanklaagt en een beschuldigende ondertoon heeft.
De ‘juiste’ vraag maakt op de eerste plaats verbinding, zelfs met diegene die volgens jou een fout heeft gemaakt, ook een grote fout. Op de tweede plaats wijs je niet op ‘feiten’, noch op dat wat de ‘feiten’ jou doen, op jouw gevoelens. ‘Feiten’ hebben zowat steeds onenigheid tot gevolg.(1) Verder, wees je bewust van wat je wilt bereiken en vooral … voel je intentie.(2) Je intentie zal het (eerste) resultaat bepalen. De ‘juiste’ vraag is een uitnodiging om de zaak te bekijken. Je hoeft niets te verbergen, je wilt niets meer verbergen. Hoe stop je het samen?

(1) Lees meer in: Hoe je zelf je ‘feiten’ creëert – Vier soorten feiten → Kort teksten
(2) Lees meer in de paragraaf ‘De kracht van de intentie’ in De Blauwe Rivier oversteken – Hoe ontwikkel ik een ‘probleem’ tot een duurzame ‘oplossing’? p.108 → Boeken

Je verhaal vertellen biedt perspectief

Je levensverhaal vertellen biedt perspectief aan je leven. Ik heb hierover een nieuwe tekst op de site gezet: Hoe vertel je je levensverhaal? Je leven in beeld brengen → Korte teksten
Daarin geef ik aanwijzingen voor zes verschillende vormen waarin je je verhaal in beeld kunt brengen.(1)  Daarbij is het nuttig rekening te houden met zowel de Chronos-tijd (de gemeten tijd van de klok) als de Kairos-tijd (de beleefde tijd). (2)
Het vertellen van je verhaal zal je stimuleren om met meer inzet verder op pad te gaan. Je verhaal is er niet alleen voor jezelf, je biedt aan anderen iets wat hen kan inspireren.
Zowel bij twijfels als bij het met enthousiasme starten van een nieuwe levensfase; zowel wanneer je eind twintig wat rust en structuur zoekt als wanneer je wordt geconfronteerd met de mid-life; zowel wanneer je op de drempel van je zestig staat als van je zeventig of je tachtig; … een beeld van je leven vormen is een kracht.
Je hoeft dus niet te wachten tot je zeer oud bent. Iedereen kan het verhaal vertellen ‘tot op vandaag’.

De inhoud van de tekst:
Het beeld van je leven
Wanneer je levensverhaal vertellen?
Je levensverhaal is niet je levensloop
Vanuit welk perspectief vertelt iemand?
Leven in vier dimensies
Meerdere vormen voor je levensverhaal
Hoe ‘waar’ is jouw levensverhaal?
Wat kan je levensverhaal je opleveren?
1. Je biografie
2. Je autobiografie
3. Je thema-gericht verhaal
4. Je verhaal van nu
5. Je inspiratie-verhaal
6. Je laatste reis-koffer
7. Het na-verhaal van de anderen
Hulp bij het vertellen van je verhaal

(1) De meeste biografiecoachen hanteren slechts enkel de vormen voor een terug-blik.
(2) Hermsen, Joke, Kairos Castle – Over de kunst van het juiste ogenblik, Lannoo 2017

De illustratie: Kairos – A fragment of an Attic sarcophagus dating from 160—180 CE – Marble – Roman work after the Greek original by Lysippos ca. 350—330 BCE – Turin, Museum of Antiquities

Edel zwijgen is actieve stilte

Ik heb een nieuwe ‘Korte tekst’ toegevoegd: De kunst van het edel zwijgen – Edel zwijgen werkt vaker efficiënter dan je mening geven.
We vinden het heel gewoon om regelmatig, zo niet voortdurend, onze mening te geven. Vrije meningsuiting is een recht van iedere burger. Gelukkig, want dankzij het duidelijk uiten van hun mening hebben burgers in het verleden politieke en sociale rechten verworven waarvan wij nog steeds genieten. Het is de laatste decennia echter een gewoonte geworden om vrij snel een mening te geven of ongenuanceerd feedback te geven. We wijzen anderen op wat wij denken en voelen bij hun gedrag of hun beslissingen. Er is een cultuur gegroeid die het begrip ‘assertiviteit’ in de praktijk gelijkschakelt met ‘ongezouten je mening geven’.
Sommigen zijn nog een stap verder gegaan en hebben de houding aangenomen dat ze om het even hoe hun mening mogen geven en om het even wanneer en dat ze niet verantwoordelijk zijn voor de reactie van de ander of voor de gevolgen. “Dat is het probleem van de ander.”
Er is echter een verschil tussen ‘ongezouten je mening geven’ en ‘respectvol je ongezouten mening geven’. In het eerste geval is je manier van communiceren ongezouten, niet respectvol. In het tweede geval gaat het om de aard van je mening, die stevig en zonder omwegen is (inhoudelijk) en die je respectvol meedeelt (zodat die ook wordt gehoord!).

Moet ik dan leren mijn mond te houden? Moet ik dan alles inslikken? Gewoon alles over me heen laten komen? 
Neen, dit soort zwijgen is niet ‘edel’ en werkt negatief, zowel voor jezelf als voor de ander. Het betekent dat je je gevoelens blokkeert. Je houdt je frustraties en je kwaadheid vast in je hart en je hoofd. Dit soort ‘zwijgen’ is in feite conflict vermijdend gedrag.
Edel zwijgen is gans anders. Bij edel zwijgen voel je je goed, heb je respect voor je gevoelens en voor de gevoelens van de ander. Je houdt niets vast, integendeel, je laat de zaken los (1).
Je parkeert de dingen niet voor later, neen, je houdt er nu mee op, je geeft er niet langer energie aan, je voedt de gedachten niet verder, je houdt op met het innerlijk gesprek. Je ontspant je want je hecht je niet meer aan frustrerende gevoelens. Je doet dit niet omdat het moet maar omdat je dat wil, omdat je voelt dat het je deugd doet, dat je er beter van wordt.

Lees het volledige verhaal → Korte teksten

(1) Lees meer in: Wu-wei – Bereik meer met actief niet-doen → Korte teksten

Vraag van de week (38)

Met welke vraag voelt jouw tegenstander jouw wil om te verbinden?

Van mening verschillen is de gewoonste zaak van de wereld. Spijtig genoeg eindigen veel meningsverschillen in een ruzie of een strijd. Een van de redenen is dat er wordt gekeken naar de inhoud van de meningen. Wie heeft er gelijk? Dit stoelt op een té eenvoudige gedachtegang: wanneer er ruzie is dan gaat het steeds om ‘iets’, dat ‘iets’ is de inhoud, dus daar moet eerst overeenstemming over worden gevonden. Een verschil van mening leidt echter niet noodgedwongen tot ruzie, alsof er een causaal verband tussen zou zijn. Alles hangt af van de manier waarop er mee wordt omgegaan.
Ruzie maken is een ‘relationeel gevecht’ om het even wat de inhoudelijke oorzaak is. Er is iets mis met de verbinding tussen de betrokkenen. De vraag is dan: Wie verkiest ruzie boven een oplossing? Welke gedachtegang drijft iemand om te gaan voor ruzie? Welke belangen zijn gebaat met een ruzie meer dan met een oplossing? Wie is er bang om een oplossing te vinden zonder ruzie?
Niet iedereen wil een ruzie oplossen waarbij er voldoening is voor alle betrokken partijen. Wie voelt dat hij in de relatie over een bepaalde ‘macht’ beschikt is niet snel geneigd om te onderhandelen. Vechten (vaak letterlijk) voor het eigen gelijk is een eeuwenlang ingeburgerde strategie. We hebben een reeks termen gevormd om dat mooi te praten. Vechten wordt verwoord als: stevig discussiëren, stevig debatteren, niet afgeven, op je standpunt blijven staan, je waarden verdedigen, je hard tonen (niet je hart want dat is zwak zijn).
De stap naar het beëindigen van een ruzie is de blik te veranderen: van inhoud naar relatie.
Van de focus op het onderwerp stap je over op de aandacht voor de belangen die in het spel zijn. Je wijzigt een ‘ik-heb-gelijk spel’ in een ‘ik-heb-een-belang spel’. In dit tweede ‘spel’ aanvaard je dat de ander een belang heeft (wat ook het onderwerp is van het meningsverschil) en dat dit ‘anders’ is dan jouw belang.
Om het over belangen te hebben, moet je eerst aangeven dat je de verbinding wilt herstellen. Dan stel je de verbindende vraag. Met welke vraag richt je de aandacht op de relatie en niet op de inhoud van het geschil? Welke vraag is dermate oprecht verbindend dat de ander die niet hoort als een manoeuvre om de aandacht af te leiden en alsnog gelijk te krijgen? Welke verbindende lichaamstaal ondersteunt een verbindende vraag? Hoe leg je een verbindende vraag in het midden? (1)
Gaan voor verbinding wil niet zeggen dat je moet toegeven of inboeten op je waarden. Je gaat nog steeds voor je eigen belang, enkel, je doet dat niet meer blindelings of verblind door de angst om te verliezen. Je houdt nog steeds vol, ditmaal de verbinding.

(1) Lees meer in: Hoe hou je een gesprek ‘in het midden’?