Tagarchief: Gesprek

Geduld hebben is voor ongeduldige mensen

Geduld hebben is voor ongeduldige mensen.
Wie is de leider van jouw tijd?
Persoonlijk leiderschap houdt in dat je bewust kiest hoeveel tijd je geeft aan een activiteit.
Luisteren naar iemand die te lang praat of zelfs zeurt; je kind helpen bij een moeilijke taak terwijl het tegenstribbelt; vaststellen dat je partner weer eens uitstelt om te doen wat jullie hebben afgesproken; beleven dat een ambtenaar zonodig net nu even weg moet voor een pauze; in de rij staan aan de kassa terwijl een oude vrouw voor jou niet meer weet waar ze haar centjes heeft gestoken; in een wachtzaal zitten en bericht krijgen van je huisarts dat zij dringend even weg moet; wachten voor een antwoord op een dringende aanvraag; in een lange file staan op de autobaan en vaststellen dat enkele automobilisten je voorbij steken via de pechstrook; enz.
Tijdens al deze ‘activiteiten’ doe jij iets. Jij ondergaat niet. Om iets te ervaren, te beleven of vast te stellen, moet jij iets doen, moet je actief zijn.
Bij de activiteiten in de voorbeelden moet je best geen geduld tonen, wél duidelijk kiezen hoeveel tijd en aandacht je er nu aan wilt geven. Geef de mensen en de situaties de tijd die zij nodig hebben. Heb oog voor jouw verwachtingen en behoeften. Zijn die realistisch in deze situatie? Waar heb jij nu behoefte aan? Waarin schuilt de spanning?
Geeft de situatie aan dat de tijd ie jij voorziet onvoldoende is? Kies dan opnieuw maar heb geen geduld. Heb je het gevoel dat je gedwongen wordt er meer tijd voor uit te trekken? Kies hoeveel het je waard is om meer tijd te geven aan die activiteit. Wellicht is dit je meer waard dan de consequenties te dragen wanneer je er mee zou stoppen en er geen extra tijd aan zou geven.
Wees de leider van je tijd, niet het slachtoffer.

‘Geduld hebben’ wijst op een relationele ongelijkheid tussen jou en diegenen voor wie jij zegt dat je geduld hebt. Je plaatst je dan innerlijk op een trapje hoger tegenover de ander. Jullie zijn niet meer gelijk. Jij creëert ongelijkheid!
Er is nog meer aan de hand: je beledigt diegene voor wie jij geduld toont. Het kan best edelmoedig lijken dat jij geduld toont maar in werkelijkheid neem je de ander niet au sérieux, niet helemaal zoals die zich op dat moment toont. Er is iets ‘mis’ met die persoon. De gebeurtenissen kunnen niet ‘gewoon’ verlopen omdat de ander niet doet zoals jij verwacht of wilt.
In de uitdrukking “Ik moet geduld hebben.” maakt ‘moeten’ het nog een beetje erger. Zo benadruk je een onderdanige, volgzame, onmachtige houding. Je toont je het slachtoffer van de situatie. Slachtoffers zeuren, klagen, verwijten de anderen, bekritiseren de structuren, enz.

Ieder moment in je leven is jouw moment. Wat jij doet op ieder moment is jouw keuze. Zelfs indien externe factoren een dwingend karakter hebben dan is het ervaren van iets als een ‘dwingende zaak’ jouw keuze. Jij kiest om je zo te voelen!
Eigen leiders overwegen en kiezen én nemen de verantwoordelijkheid op voor hun keuze. Ze verwijzen niet naar externe factoren die hen (als onmachtige of als slachtoffer) dwingen iets te doen. Ze houden de zaken flexibel en zorgzaam in handen en weten op het juiste moment bewust los te laten. Eigen leiders weten wat ze kunnen krijgen en wat niet, waar ze toe in staat zijn en waartoe niet, waar hun kracht ligt en waar hun zwakheden.
Verliezen ze toch eens hun geduld dan kloppen ze niet op hun kop. Fouten maken is menselijk. Een eigen leider weet dat, neemt zijn verantwoordelijkheid, zet de zaken recht zoveel hij nog kan en neemt de verantwoordelijkheid voor de consequenties, ook voor die gevolgen die hij niet voorzag. Dit alles zonder zeuren.

(Dit is een bericht uit 2016 dat ik herneem omdat ik  tijdens deze corona-tijd vaak het thema ontmoet.)

Vraag van de week (26)

Welke vraag heb jij nu nodig om verder te kunnen?

Een ‘juiste’ vraag aangeboden krijgen én die ontvangen is even belangrijk als wanneer jij een ‘juiste’ vraag stelt aan anderen. Je hebt net als iedereen een goede vraag nodig om een betekenisvolle volgende stap te zetten. Soms klinkt die vraag uit de mond van een vriendin, soms uit die van een ‘vreemde’. Soms komt ze verwacht, vaak komt ze onverwacht en klinkt ze onaangenaam. Het is niet dat er geen vragen worden gesteld, wel dat jij ze niet steeds hoort. Of indien je ze hoort, dat je ze niet ontvangt. “Toch niet van hem!”
Wanneer je een vraag ontvangt, kan je niet niet antwoorden, om het even hoe de vraag werd geformuleerd. Je kunt wel verhinderen dat je een vraag hoort en ‘oplaadt’, bv. door je oren af te sluiten of de vraag onmiddellijk weg te kaatsen. In de tekst “Hoe hou je een gesprek ‘in het midden’?”(1) wijs ik op de derde optie: je laat de vraag komen, laat ze in het midden liggen én je luistert er aandachtig naar, daarna beslis je of je ze ontvangt of niet. Wanneer je ze niet ontvangt hoef je ze niet meer te beantwoorden, het bewust niet ontvangen was je antwoord.
Er is nog een andere weg: stel de ‘juiste’ vraag aan jezelf! Dat doe je om je ‘eigen kracht’ te vergroten: stel vaker goede vragen aan jezelf. Door de ‘juiste’ vragen te stellen aan jezelf kweek je ‘gezonde twijfel’.(2) Wees voor het stellen van vragen aan jezelf wel even kritisch als voor de vragen die anderen jou aanbieden: Verwijst de vraag naar waar het voor mij nu echt om gaat? Draait ze niet rond de pot en noemt ze man en paard? Verwijst ze respectvol naar mijn pijnpunt? Voelt ze aan als waarachtig? Word ze constructief geformuleerd? Doet ze me fundamenteel, en oprecht, twijfelen? 
Wanneer je een ‘juiste’ vraag stelt aan jezelf … beantwoord die dan eerst alvorens een nieuwe vraag te stellen. Zo neem je jezelf ernstig.
Leer op een positieve, constructieve en boeiende manier te twijfelen. Geniet van gezonde twijfel en je leert zoveel meer. Zonder gezonde twijfel is er geen gezonde zekerheid. De ‘juiste vraag stellen aan jezelf is niet: piekeren, twijfels opeenstapelen, tien vragen of meer stellen zonder ze te beantwoorden (dit is een tactiek om niet naar je vragen te moeten luisteren). Ongezonde twijfels verlammen je, ze zijn de tweelingzus van ongezonde zekerheid.

(1) Lees meer in: Hoe hou je een gesprek ‘in het midden’? → Korte teksten
(2) Lees meer in het hoofdstuk ‘Evenwichtige zekerheid en gezonde twijfel’ in de tekst
Leerrijker worden kán! → Korte teksten

Vraag van de week (25)

Met welke vraag krijg je een gesloten deur open?

Wanneer was het laatst dat jij voelde dat je je voor een ‘gesloten deur’ stond? Een situatie als: een collega is niet bereid om met jou verder te werken; na een mail van jou krijg je geen reactie meer maar hoor je wel via-via dat die zeer slecht werd ontvangen; een ambtenaar weigert naar jouw argumenten te luisteren; je vriendin wil niet meer met je praten (“Het is genoeg geweest!”); iemand weigert je uitgestoken hand; je vraag om een gesprek wordt niet beantwoord; je tiener heeft zich opgesloten in haar kamer en weigert (letterlijk) de deur open te doen; je hebt het gevoel dat je tegen een muur praat; …
Niet zelden voel je je dan onrechtvaardig behandeld. Je had geen kwade bedoelingen, er werd onvoldoende naar jou geluisterd, je houding werd in een slecht daglicht geplaatst, men heeft jouw woorden verdraaid, de ander houdt geen rekening met het positieve uit het verleden.
Wat alleszins niet helpt op dat moment is hard op de deur kloppen of ze met kracht willen openduwen. Een deur gaat in zo’n situatie niet open door met argumenten of feiten jouw positie of jouw gedrag te rechtvaardigen of in een helderder licht te zetten en nog minder door te dreigen met ‘tegenmaatregelen’. Jouw ‘gelijk’ is geen sleutel die past op het slot. Vaak betekent dit enkel ‘meer van hetzelfde’ en bereik je het tegenovergestelde, d.w.z. de deur gaat nog steviger op slot.
Vooreerst dien je te aanvaarden dat de situatie is zoals ze is, zonder er een lang verhaal bij te bedenken. Een volgende stap is het aanvaarden van de gevoelens van de ander én je eigen gevoelens … zonder te oordelen. Naast jouw ‘pijn’ is er de ‘pijn’ van de ander. Het gaat daarbij niet om uit te maken hoe diep ieders ‘pijn’ aanvoelt; het gaat niet om ‘feiten’ en nog minder om ‘waarheid’. Het gaat om de relatie!
Dus kom je terecht bij jouw behoeften m.b.t. jullie relatie en bij jouw werkelijke intentie: Wat is het meest belangrijke voor jou in deze situatie, op dit moment? Wat wil je uiteindelijk bereiken?
Op basis van jouw antwoord op deze vragen kan je zoeken: Met welke vraag kom ik één stapje dichter bij de ander? (zonder bedreigend over te komen)
Een gesloten deur zwaait niet zomaar terug open. Indien je niet blij bent met ‘een deur op een kiertje’ kan nooit een grotere opening volgen. Misschien moet je wel eerst toelating vragen om een vraag te mogen stellen.
De regel is : hou je eerste vraag kort, zeer kort; je vraag mag jouw kwetsbaarheid tonen maar geen aandacht vragen voor jou; het gaat om de relatie  en je aandachtspunt richt zich op de ‘pijn’ van de ander.

Vraag van de week (22)

Welke vraag kan een ruzie helpen ophouden?

Ik geef toe, deze vraag is een persoonlijke uitdaging. Ik ben verzeild geraakt in een situatie waarin ik zelf dien te zoeken naar een ‘juiste’ vraag als antwoord op deze vraag van de week.
Ik heb ervaring met verschillende manieren waarop een ruzie niet ophoudt, waardoor een conflict blijft bestaan, of erger, nog wordt versterkt. Conflict vermijdend gedrag leidt niet naar een gezonde relatie. Dat heb ik met schade en schande moeten vaststellen. Uiteindelijk kom ik terug bij de basis van goede interactie: een vraag.
Nu is een vraag geen wondermiddel. Er zal wellicht in geen enkele conflictueuze situatie een vraag kunnen worden gesteld die eensklaps de zaak oplost. De ‘oplossing’ gaat steeds om een ‘af te leggen weg’. Het is niet een punt op de horizon maar de weg die je samen aflegt van het punt waar je nu staat naar de volgende stap en dan naar de volgende stap en dan naar …
Om deze beweging te starten is een vraag nodig. Aangezien iedere situatie contextueel is, d.w.z. beïnvloed wordt niet alleen door de ‘spelers’ maar door het ganse ‘speelveld’, zal telkens een erg concrete en specifieke vraag nodig zijn.
Ik ben inmiddels zeer goed in het stellen van vragen maar voor het conflict dat ik wens te veranderen sta ook ik voor een flinke opdracht. Hoe stel ik een vraag die verwijst naar een ‘opening’, naar een ‘weg’ die volledig open ligt om … gecreëerd te worden door ons beiden (de ‘weg’ is er nog niet)? Met welke vraag verleid ik de ander om te kijken naar de ‘opening’? Hoe stel ik een vraag waarin geen ‘oplossing’ schuilt (want dat zou een vooropgezet ‘eindpunt’ zijn en vertrekt vanuit mijn zienswijze, niet vanuit een zienswijze waar we beiden vanop een afstand kunnen kijken)? Hoe stel ik een vraag waar toch niet stiekem mijn mening in verpakt is?
Mijn ‘huiswerk’ bestaat inmiddels uit een aantal vragen die ik in een netwerk noteer. Ik zal een keuze moeten maken. Echter geen beslissing op basis van rationeel innerlijk overleg of overleg met mijn leermaatje. Wel werken op basis van mijn ‘uitgezuiverd gevoel’. Ik ga nog even op mijn meditatiematje zitten.

Vraag van de week (20)

Met welke vraag blijf je sterker bij de kern van de zaak?

Ik ben vast niet alleen. Tijdens een gesprek of een overleg heb je je zover van het onderwerp verwijderd dat je de draad kwijt bent. Of tijdens een opzoekwerk raak je afgedwaald en voel je dat je teveel randinformatie aan het verzamelen bent. Vaak is dat geen punt omdat het over een alledaagse conversatie gaat of omdat je geniet van het grasduinen op het internet of omdat je in een creatieve bui bent. Over zulke situaties gaat het hier niet. Geniet van het verdwalen is dan de boodschap.
Soms is het echter wel vervelend omdat de situatie, privé of professioneel, vraagt dat je ernstig tewerk gaat en de tijd beperkt is. Je uitleg of je zoeken heeft meer tijd gekregen dan nodig is. Je hebt je laten verleiden door paden die niet onmiddellijk met de kern van de zaak te maken hebben. Hoe kom je op een vlotte manier terug op het ‘juiste’ pad? Vaak loop je dan in gedachte de weg terug. Dat vraagt opnieuw tijd en het is niet zeker dat je terug uitkomt waar je vertrokken bent. Kun je wel gewoon terug starten op het vertrekpunt zonder invloed van wat er zich tussen toen en nu heeft afgespeeld in je hoofd of in de communicatie?
Voorkomen is beter dan genezen. Een wijsheid zo oud als de mensheid. En toch, ‘de mensheid’ loopt die wijsheid nog steeds iedere dag voorbij. Je start een belangrijk gesprek of een overleg wellicht met een ‘onderwerp’ of een ‘agendapunt’. Je gaat op zoek op internet met een idee of een eenvoudig woord. Zo’n vertrekpunt vraagt om te verdwalen. Het is als lopen in een wijds landschap zonder paden en richtingaanwijzers. Een ‘agendapunt’ is een uitnodiging om veel informatie op tafel te leggen, een mening te geven, te discussiëren of te verkennen. Wil je gericht en efficiënt werken dan vervang je het punt door een vraag, de vraag waar het écht om te doen is. Wanneer de agenda wordt opgesteld, vraag je dan eerst af: Op welke concrete vraag wil ik op het einde van het overleg een concreet antwoord? Hebben we dit overleg om inzicht te vergroten en naar een besluit te werken of om een beslissing te nemen? (1)
Ja, het formuleren van de vraag waar het echt om gaat vergt tijd. In het begin (wanneer je nog niet geoefend bent) zal je meerdere vragen noteren. Het komt er op aan om goed te weten wat je wilt en dus om een scherpe vraag te stellen. Het is echter een voorbereiding die je veel tijd zal besparen … op het overleg. Een ‘juiste’ vraag is to the point, kort en krachtig, wijst recht naar waar je wilt landen, wijst indien nodig recht naar het ‘pijnpunt’, is open en dus niet suggestief en houdt geen oordeel in. Bij een volgend overleg: verander ieder agendapunt in een ‘agendavraag’.
Hetzelfde gaat op voor opzoekwerk. Start het opzoeken met eerst te noteren op welke vraag je een antwoord wilt. Het formuleren van de vraag zal je helpen om gerichter te zoeken en de juiste zoekwoorden in te tikken.


(1) Zorgvuldig taalgebruik graag
Besluiten is een (voorlopige) conclusie trekken, een (voorlopig) punt zetten als afronding van een proces van wikken en wegen. Besluiten heeft wens-karakter, intentie-karakter. Daar blijft het bij. Een besluit kan morgen weer worden gewijzigd. Niermand draagt verantwoordelijkheid. Er is  geen garantie dat een besluit wordt uitgevoerd; het blijft open.
Beslissen betekent dat je werkelijk de stap zet naar de actie, dat je de intentie van een besluit omzet in een actie, dat je een besluit nu omzet in een gerichte daad én dat iemand er de verantwoordelijkheid voor opneemt. Een beslissing kan niet worden gewijzigd enkel aangevuld of vernietigd door een nieuwe beslissing.