Tagarchief: Relatie

Acht vragen (13) Dialoog of strijd?

De rubriek ‘Acht vragen’ biedt je een Vragenkompas rond een algemeen geformuleerde werkvraag. Het is een voorbeeld welke eerste vragen mogelijk zijn. Herken je de werkvraag? Wat is jouw werkvraag? Deze rubriek geeft dus geen oplossingen of tips hoe jij het moet aanpakken. De tekst ‘Ter inspiratie’ die volgt biedt je enkele korte inspirerende gedachten aan. Graag wat hulp? Contacteer me.

Hoe voer ik een dialoog en geen strijd?

Andere vragen van lezers:
Hoe voer ik een dialoog met iemand die een sterk tegengestelde visie heeft als ik?
Hoe voer ik een zinvol gesprek met iemand die me erg dierbaar is maar voor wie ik weinig beteken?
Hoe leg ik verbinding met mensen die een verborgen agenda hebben?
Hoe werk ik samen met iemand die een totaal andere visie heeft?

Het Vragenkompas is contextueel, d.w.z. dat bij alle vragen die je kunt stellen de vraag er bovenop luidt: Hoe beïnvloedt de context deze vraag en het antwoord?
Klik op de afbeedling om ze te vergroten of te downloaden.

Ter inspiratie

Verbinding is de basis voor ieder gesprek
Zonder verbinding worden jouw woorden niet gehoord en hoor jij de ander niet. Zonder verbinding wordt lichaamstaal niet juist ingeschat, door jou, door de ander. Zonder verbinding worden misverstanden niet of te laat aangepakt. Zonder verbinding krijgt stilte onvoldoende ruimte, van jou, van de ander; je verdraagt ze zelfs niet. Zonder verbinding weet je niet hoe het moment te waarderen dat jij ‘ik-weet-het niet-meer’ beleeft. Het plots niet meer weten of niet meer zien zitten, is een rustpauze, vaak in een te geforceerd gesprek.
Hoe zorg je voor de ‘eerste verbinding’?
Door aandacht te hebben voor jouw lichaamstaal en die van de ander. Drukt die echt je intentie uit om te verbinden, om het even wat er het volgende moment zal gebeuren? Of ben je reeds bezig met het moment na de eerste vijf seconden van de ontmoeting, met wat je gaat zeggen of vragen? Ben je reeds bezig met het verhalende gesprek in jezelf? (1) Of ben je reeds bezig met de stappen die je tijdens een opleiding hebt geleerd? (2) Om verbinding te leggen dien je bewust de intentie te voelen om je met de ander te verbinden. Zo kan je lichaam dat onbewust uitdrukken. De eerste stap, alvorens jullie elkaar ontmoeten, is dus: je bewuste intentie. Dit is best een uitdaging wanneer er zonder afspraak plots iemand voor je staat. Dit betekent dat de intentie om eerst te verbinden een basishouding is die je dient aan te leren zodat het ‘vanzelfsprekend’ kan worden.
Het woord ‘intentie’ wijst op de drijfveer, de stuwende gerichtheid die een doelstelling onderbouwt. Het is niet gelijk aan ‘doelstelling’. Het verwijst naar de werkelijke innerlijke drijfveer van je handelen. Het is nauw verbonden met datgene wat voor jou zinvol is in het leven. Intentie slaat op datgene wat je diep in je hart echt wilt bereiken, los van de schone schijn, los van wat anderen daar van zullen vinden, los van wat er van jou wordt verwacht, los van angst voor het resultaat. Je intentie toont de kwaliteit van je verbinding met jezelf en met anderen. Intentie is de echte aansteker van je gedrag en van het effect van je gedrag. Intentie is het ware doel van een ontmoeting of een gesprek.(3)

Je behoeften respecteren én de vraag voelen die eronder schuilt
Essentieel bij ieder gesprek is het bewust zijn van wat op dat moment je behoeften zijn en de overweging of dit prioriteit krijgt dan wel of dit kan worden uitgesteld. Gehoord en gezien willen worden, begrepen willen worden, gelijk willen krijgen of geliefd willen zijn, het zijn algemeen menselijke behoeften. Iedereen heeft ze. Ga daar maar vanuit wanneer je iemand ontmoet. Wanneer je even stilstaat bij jouw behoeften kan je ontdekken welke de werkelijke vraag is die er onder schuilt. Op welke belangrijke vraag wil ik een antwoord? Zoek eerst innerlijk naar je vraag, je hoeft ze niet onmiddellijk in het midden te leggen. Niet zelden uit je een verzoek (dat de ander iets zou doen of laten) op basis van wat je op dat moment als een behoefte beleeft zonder de werkelijke vraag te voelen, de vraag in jou waar het écht om gaat, je werkvraag.

Een vruchtbaar gesprek verloopt ‘in het midden’
In ieder gesprek is er fysiek een ruimte tussen de gesprekspartners, hoe miniem ook. Voor een vruchtbaar gesprek laat je die ruimte ook mentaal en emotioneel ‘open’ en ‘vrij’. Wanneer de ander een ‘vrije ruimte in het midden’ kan ervaren, waarin hij zonder gevaar iets in het midden kan leggen, kan vertrouwen groeien en een gevoel van gelijkwaardig zijn. Vertrouwen dien je eerst aan te bieden om het daarna van de ander te kunnen ontvangen. (4)
Wanneer je een dialoog wil dan zijn dit noodzakelijke houdingen: stop met te willen begrijpen en begrepen te willen worden (5); stop met oordelen uit te spreken; gebruik een zorgvuldig en verbindende taal. (6)

Hoe leg je een moeilijk onderwerp ‘in het midden’?
Wat alleszins niet werkt: rond de hete brij draaien; de boodschap in wol inpakken; praten in metaforen-taal. Wat je ook in het midden legt zorg er voor dat je dit doet in de vorm van een vraag. Bereid je voor door te zoeken naar de vraag waar het je écht om te doen is. Gebruik een zorgvuldige taal en wees duidelijk. Vooral, formuleer een constructieve, oplossingsgerichte werkvraag. (7)
Essentieel daarbij is dat je het onderscheid maakt tussen je gevoelens en je emoties. Vooral bij een moeilijk onderwerp en bij spanningen is het nodig om terug te gaan naar je gevoelens om de juiste vraag formuleren en je niet te laten meeslepen door je emoties.
Gevoelens zijn de resultaten van een waarneming. Gevoel is een perceptie, een waarneming. Je voelt met al je zintuigen! Je hoort en voelt de klanken, je ziet en voelt de kleuren en vormen, je proeft en voelt de smaken, enz. Met welke zintuigen neem jij de temperatuur waar en hoe voel je dat? Je hart is ook een zintuig. De uitdaging bestaat er in om scherper te leren waarnemen en fijngevoelig te leren voelen.
Emoties zijn het resultaat van een beoordeling en een waardering (positief, negatief, neutraal of onverschillig) van wat je voelt. Het is een ‘spontane’ (primaire) reactie op wat je waarneemt. Emoties zijn dat wat je doet met je gevoelens. Emoties verwijzen  naar je onderliggende behoeften. Hier is de uitdaging om je niet te laten meeslepen door sterke emoties en integendeel om je zo gedifferentieerd mogelijk emotioneel uit te drukken. (8)

Ieder mens heeft haar eigen ritme. Heb geen geduld
Een nefaste houding voor een goed gesprek is “Ik moet geduld hebben met hem/haar.” Deze houding werkt negatief. Je moet geen geduld hebben, met niets of niemand. Geduld hebben is voor ongeduldige mensen! Geduld hebben is een slechte zaak voor de relatie. Geduld hebben betekent een neerbuigende houding naar de ander. Je zet je daarmee – relationeel – boven de ander. Kies er voor om haar ‘haar tijd’ te geven of niet. Is de ander het waard om de ruimte en de tijd te krijgen die zij nodig heeft? Mag ze op haar manier en haar tempo ontwikkelen? Laat haar die dan gewoon. Punt. Je hoeft geen ‘extra tijd’ te maken. Meer nog, je ‘bezit’ geen tijd en ‘extra tijd’ bestaat niet! (9)
Je moet geen geduld hebben met de planten zodat ze vruchten krijgen. Ze hebben hun tijd en die is interafhankelijk verbonden met de context (warmte, water, voeding in de grond, op tijd gesnoeid worden, enz.). Hetzelfde geldt voor mensen. Ieder mens heeft haar eigen tijd om te ontwikkelen en die is interafhankelijk verbonden met: het vertrouwen dat ze krijgt, het zelfvertrouwen dat ze heeft opgebouwd, de eerlijke aandacht die ze krijgt, de ruimte voor haar leerproces, haar leervaardigheden, de ontwikkeling van haar ‘eigen kracht’, enz. (10)
—————
Alle teksten waar naar wordt verwezen vind je op de pagina → ‘Korte teksten’ van deze website
(1) Lees meer over je ‘ervarend zelf’ en je ‘verhalend zelf’ in de tekst Hoe je zelf ‘feiten’ creëert – Vier soorten feiten
(2) Op vele plekken wordt ‘Geweldloze communicatie’ aangeleerd. Meestal geeft zo’n cursus echter ‘teveel ineens’. Je krijgt een rechtlijnig uitgewerkte aanpak (‘Doe dit zo.’) en daarin ontbreekt de aandacht voor de ‘eerste verbinding’ en voor het plots opdoemen van ‘ik-weet-niet-meer’. Ik spreek uit ervaring: een tweedaagse Introductie, een driedaagse basistraining, een driedaagse met een buitenlandse lesgeefster en ik ben een jaaropleiding gestart die ik vroegtijdig heb afgebroken (de ‘eerste verbinding’ ontbrak, ook bij de trainer, en er werden teveel ‘foute’ vragen aangeleerd; zoals: suggestieve, belerende, gesloten en sturende vragen).
(3) Lees het hoofdstuk ‘Je intentie is je werkelijke drijfveer’ in de tekst Kies je voor een dialoog? Wat doe je dan?
(4) Lees meer in de tekst Hoe hou je het gesprek ‘in het midden’?
(5) Lees het hoofdstuk ‘Kan je de ander begrijpen?’ in de tekst Medeleven Empathie Mededogen
(6) Lees meer in de tekst Kies je voor een dialoog? Wat doe je dan?
(7) Lees de paragraaf ‘Is de werkvraag constructief en oplossingsgericht?’ in De kunst van het vragen en het Vragenkompas
(8) Lees het volledige bericht van 8 maart 2021
(9) Lees het bericht van 3/8/20: Geduld hebben is voor ongeduldige mensen
(10) Over leervaardigheden lees je meer in de tekst Leerrijker worden kán!

Acht vragen (4) – Overvloed aan informatie

De rubriek ‘Acht vragen’ biedt je een Vragenkompas aan met vragen uit de acht richtingen rond een algemeen geformuleerde vraag. Deze vragen zijn een opstap, om nog andere, concrete vragen te vinden op jouw werkvraag. Hoe formuleer je jouw werkvraag? Deze rubriek geeft dus geen oplossingen of tips hoe jij het moet aanpakken.
De tekst ‘Ter inspiratie’ die volgt biedt je enkele korte inspirerende gedachten aan.

Hoe beslis ik bij een overvloed aan informatie?

Andere vragen van lezers:
Hoe ga ik meer doen ipv te piekeren en in cirkels te redeneren?
Hoe hou ik me staande tussen angst-profeten, hoera-profeten, anti-profeten en de alternatieve visies die mijn vrienden met me delen?
Hoe laat ik me niet verlammen door een overvloed aan informatie?

Het Vragenkompas is contextueel, d.w.z. dat bij alle vragen die je kunt stellen de vraag er bovenop luidt: Hoe beïnvloedt de context deze vraag en het antwoord? Klik op de afbeedling om ze te vergroten of te downloaden.

Ter inspiratie

Reeds een aantal jaren groeit de informatie waarover we kunnen beschikken en het aantal gegevens om rekening mee te houden ontzettend snel. De grote moeilijkheid is niet louter de overvloed op zich. De hoeveelheid gegevens zal alleen maar toenemen. De moeilijkheid is het beoordelen van de ernst van de gegevens en het kiezen, kiezen welke informatie relevant is en welke niet en voor welke vraag. Via onze erg open houding naar nieuwsberichten in kranten, op radio, tv en sociale media krijgt ons brein iedere dag een massa gegevens te verwerken.
Is het allemaal relevante informatie? Welk doel dient het aandacht geven aan deze massa gegevens? Welke behoefte schuilt er bij jou die hunkert naar die informatie? Hoe groot is jouw ‘media-honger’?
Vandaag wordt in rijke landen meer gegeten dan het lichaam echt nodig heeft, meer dan een antwoord op de fysieke honger. Er is een ‘emotie-honger’ die vooral grijpt naar ongezonde voedingsmiddelen. De grote hang naar informatie lijkt meer op ‘emotie-honger’ dan op de nood aan relevante gegevens om te kunnen ontwikkelen. Het is ‘media-honger’ of ‘sensatie-honger’.
Je wordt daarenboven vandaag meer en meer teruggeworpen op je individuele oordeelsvorming. Je moet in de ganse wirwar van gegevens tot een eigen besluit komen en zelf een beslissing nemen. Maar vooral, je mag je niet laten verlammen door de veelheid aan tegenstrijdige informatie.
• Op welke vraag wil je een antwoord?
Zomaar gegevens verzamelen, zonder doel, kan leuk zijn, ontspannend of voor verstrooiing zorgen. Het is echter niet een effectieve manier om kennis te verwerven of een besluit te vormen, laat staan om een beslissing te nemen. Het is nog minder efficiënt om uit angst in het wilde weg nieuws te vergaren of allerlei gegevens bij te houden. Het dagelijks volgen van de nieuwsberichten of de berichten op sociale media zorgt in de meeste gevallen veeleer voor verwarring.
Vandaag zijn we in een situatie belandt waarin het belangrijk is om streng je informatiebronnen te selecteren en bijgevolg te beslissen welk medium je niet bekijkt, welke berichten je niet leest.
Het is nodig je de vraag te stellen op welke vraag je een antwoord zoekt. Formuleer eerst de vraag, dat helpt je bij de selectie van de gegevens.
• Om welk soort ‘informatie’ gaat het?
In de meeste gevallen ontvang je geen heldere gegevens of feiten (1) maar interpretaties, meningen, veronderstellingen, extrapolaties, invullingen, oordelen of zelfs fake news, verdraaiingen, vervormingen.
Stel de kritische vraag: Op welke gegevens is deze uitspraak gevestigd? Door wie en hoe werden de ‘feiten’ vastgesteld?
Onder iedere informatie zit tevens een mens- en maatschappijvisie. Er bestaat niet zoiets als ‘neutrale informatie’. Ook ‘wetenschappelijke gegevens’ zijn niet vrij van een visie op de mens als individu, als sociaal wezen en als deel van de natuur. De meeste wetenschappelijke studies vertrekken van een lijnig causale gedachtengang (oorzaak – gevolg). Niet zelden vertrekken ze vanuit de scheiding tussen lichaam en geest. Wie vertrekt van een systemische visie zegt dit gelukkig uitdrukkelijk. Het is vaak moeilijk om aan te voelen welke denkbeelden aan de basis liggen van de aangeboden gegevens. De onderliggende overtuigingen bepalen wel mee jouw denken en besluiten.
• Zoek je naar dat wat ‘ontegensprekelijk waar’ is of zoek je naar datgene wat jou op dit ogenblik een groter inzicht verschaft op je vraag?
Er zijn mensen die de wereld indelen in ‘waar’ versus ‘onwaar’ of in ‘dit is waarheid’ versus ‘dit is een onwaarheid of vals’. Zij kunnen alleen maar verder indien bepaalde informatie helemaal ‘waar’ is volgens hun referentie-waarheid.
Daarnaast zijn er mensen die weten dat wat vandaag ‘waar’ is morgen – met nieuwe gegevens – ‘minder waar’ kan zijn. Zij onderzoeken of de nieuwe gegevens vandaag hun inzicht vergroot, dan wel dat ze daarmee ongezonde twijfel op zich laden. Bij gezonde twijfel, twijfel je over de inhoud van de kennis, bij ongezonde twijfel, heb je twijfels over jezelf. (2)
Of zoals Nietzsche de vraag formuleerde: Verzwakt bepaalde kennis mijn leven of laat die kennis mijn leven juist floreren?
• Wie verkies je als een autoriteit?
We hebben allemaal nood aan een autoriteit die voor ons het waarheidsgehalte bepaalt van de informatie: een wetenschapper, een filosoof, een of andere professor, een ervaringsdeskundige, een geestelijk leider, een politiek leider, een therapeut, … (3) Voor ieder kennisterrein kan je een andere persoon als autoriteit beschouwen. Iemand als een autoriteit zien betekent hem/haar vertrouwen schenken. Vertrouwen geven is geen rationele afweging. Aan wie geef jij vertrouwen? Op welke basis? In de meeste gevallen zoek je bevestiging voor datgene wat je vermoedt of datgene wat je graag wilt horen. Iemand die jou tegenspreekt zie je niet makkelijk als autoriteit ook al heeft die persoon een zeer grote kennis en ervaring op een bepaald terrein.
Naar welke autoriteit je verlangt hangt af van je antwoord op de vorige vraag. Indien je de ‘waarheid’ zoekt heb je een ‘hoge autoriteit’ nodig. In het andere geval kijk je kritisch naar de kwaliteit van de gegevens en hoeft de autoriteit van de auteur niet boven alles en iedereen verheven te zijn. Bv. een expert-viroloog is enkel een autoriteit op zijn vakgebied. Behandel hem/haar niet zonder meer met gezag op andere terreinen.
• Wil je een besluit nemen of sta je op het punt om te beslissen?
Besluiten is een (voorlopige) conclusie trekken, een (voorlopig) punt zetten als afronding van een proces van wikken en wegen. Besluiten heeft wens-karakter, intentie-karakter. Daar blijft het bij. Een besluit kan morgen weer worden gewijzigd. Niemand draagt verantwoor-delijkheid. Er is ook geen garantie dat een besluit wordt uitgevoerd. Bij het besluiten wacht je nog om te beslissen (eigenlijk beslis je om niet te beslissen).
Beslissen betekent dat je werkelijk de stap zet naar de actie, dat je de intentie van een besluit omzet in een actie, in een gerichte daad én dat je er de verantwoordelijkheid voor opneemt. Een beslissing kan niet worden gewijzigd enkel aangevuld door een nieuwe beslissing. Doen is beslissen, beslissen is doen. Al je handelingen drukken je beslissingen uit, of je daar nu over hebt nagedacht of niet. Je beslist meestal onbewust, uit gewoonte.

(1) lees het hoofdstuk ‘Vier soorten feiten’ p. 12 in Hoe je zelf ‘feiten’ creëert – Vier soorten feiten → Korte teksten
(2) Lees het hoofdstuk ‘Leerrijk mét onzekerheid en twijfels’ p. 33 in de tekst Leerrijker worden kán! → Korte teksten
(3) Lees het inleidend hoofdstuk ‘Wat zijn feiten?’ in de tekst Hoe je zelf ‘feiten’ creëert – Vier soorten feiten → Korte teksten

Acht vragen (3) – Conflictvermijdend

De rubriek ‘Acht vragen’ biedt je een Vragenkompas aan met vragen uit de acht richtingen rond een algemeen geformuleerde vraag. Deze vragen zijn een opstap, om nog andere, concrete vragen te vinden op jouw werkvraag. Hoe formuleer je jouw werkvraag? Deze rubriek geeft dus geen oplossingen of tips hoe jij het moet aanpakken.
De tekst ‘Ter inspiratie’ die volgt biedt je enkele korte inspirerende gedachten aan.

Hoe voorkom ik conflictvermijdend gedrag?

Andere vragen die ik heb ontvangen:
Hoe zorg ik er voor dat ik niet meer met mijn partner in conflict geraak?
Hoe leer ik conflictvermijdend gedrag af?

Hoe kan ik een conflict positief aanpakken en zien als een leerkans?
Hoe kan ik mijn mening geven zonder in een conflict te geraken?
Hoe voorkom ik dat een ruzie escaleert?

Om het Vragenkompas te vergroten of te bewaren, klik op de illustratie.
Het Vragenkompas is contextueel, d.w.z. dat bij alle vragen die je kunt stellen de vraag er bovenop luidt: Hoe beïnvloedt de context deze vraag en het antwoord? Klik op de afbeedling om ze te vergroten of te downloaden.

Ter inspiratie

Een ‘conflict’ is een spanning tussen (grote) verschillen in waarden, belangen, behoeften, verlangens, doelen of plannen. Wanneer dit binnen in jou gebeurt spreken we van een ‘innerlijk conflict’, in het andere geval gaat het om een ‘uiterlijk conflict’. In beide gevallen gaat het om een ‘relationeel conflict’. Een conflict is het tipje van de ijsberg, d.w.z. er liggen verschillende lagen onder waarop het innerlijke, voelbare of uiterlijke, zichtbare conflict steunt.
Een conflict vermijden doe je wanneer je de groeiende spanningen binnen het relatie- en interactieveld niet wilt of kunt zien, herkennen en erkennen. (1) Je belandt dan op een eenzijdige randpositie in het relatieveld = ver van het midden waar je vlotter van positie kunt wisselen.


Onder conflictvermijdend gedrag zit een behoefte en een belang dat niet wordt erkend, door geen enkel van de ‘partijen’, ook niet door de betrokkene zelf.
Door conflictvermijdend gedrag worden spanningen onder de oppervlakte gestopt. Ze leven verder in het donker. Je ziet daardoor een conflict niet meer aankomen. Op een dag komt het wel naar boven, de ontsteking barst open en de etter moet er uit.
Conflictvermijdend gedrag kent vele gezichten.
Het klassieke beeld is die van de persoon die kiest voor: pleasen; lief zijn ook al voelt hij/zij zich anders; teveel water in de wijn doen; snel en met (te)veel akkoord gaan; snel de ander sussen of kalmeren; schuld op zich laden; in de schulp kruipen; irritatie verbergen (tot de emmer overloopt); vluchten in een ‘het komt wel allemaal goed’ verhaal, zich het slachtoffer voelen, … (= een randpositie ‘onder’ in het relatieveld).
Bij dit gedrag hoort het complementaire gedrag van de ander: beschuldigen; schuldinductie; verwijten; het eigen aandeel ontkennen; agressief emotioneel gedrag; emotionele chantage; de ander op afstand zetten; eigen gevoel van onmacht omzetten in een ‘heerser’-gedrag; …(= een randpositie ‘boven’ in het relatieveld). Ook dit is conflictvermijdend gedrag!
Ander conflictvermijdend gedrag is: zich als de ‘begripvolle helper’ gedragen; voortdurend willen helpen en daarbij de ander zien als hulpeloos; voluit Redden; niet kunnen omgaan met belangrijke verschillen in visie; de verschillen wegwuiven; niet zien dat men zelf gebaat is met hulp en begeleiding, … (= een randpositie ‘samen’ in het relatieveld).
Bij dit laatste gedrag hoort de complementaire positie: agressief reageren bij het minste teken van verschil in mening; niet willen luisteren en onmiddellijk in de aanval gaan; de ander wegduwen; een hoger muur optrekken tussen zichzelf en de ander; … (= een randpositie ‘tegen’ in het relatieveld). Voor het minste ruzie maken is conflictvermijdend!
In al deze eenzijdige randposities wordt vermeden dat er wordt gekeken naar de kern van de zaak, naar waar het werkelijk om gaat, naar de behoeften en belangen die verborgen worden gehouden. Je kijkt dan niet naar de opbouw van de verschillende lagen van het interactiepatroon dat tot een conflict kan leiden. Je bekijkt het gebeuren op een enkelvoudige causale manier en niet met een systemische bril (2): Wat ging vooraf aan het gedrag dat de ander nu toont? Welk gedrag van mij ging het gedrag van de ander vooraf en wat ging vooraf aan mijn gedrag? Binnen welke context gedroeg de ander zich zo? Hoe beïnvloedde de context mijn gedrag? Enz.
De uitweg schuilt in het opschuiven naar het midden van het relatieveld (= minder randgedrag) én in het evenwichtig balanceren rond ‘samen’ én in het goed zorg dragen voor jezelf én in het nemen van de verantwoordelijkheid voor je eigen gevoelens en gedrag én in het ophouden met willen begrijpen of begrepen willen worden. (3)
Steun van een leermaatje (4) of een professionele begeleider is hierbij van harte welkom.

(1) Meer over het relationele veld in: Hoe je beweegt binnen het relatie- en interactieveld? → Korte teksten
(2) Lees hier enkele bladzijden uit de tekst Drie grondpatronen om je leven te be-leven
(3) Lees het bericht van 23/3/20 ‘De ander willen begrijpen en begrepen willen worden’
(4) Lees hier twee bladzijden over ‘leermaatje’ uit De Blauwe Rivier oversteken – Hoe ontwikkel ik een ‘probleem’ tot een duurzame ‘oplossing’?

Vraag van de week (51)

Welke vragen stel je om het voorbije jaar te evalueren, te beoordelen en te waarderen?

Vele mensen, organisaties en bedrijven blikken op het einde van het jaar terug op de voorbije 365 dagen. Sommigen doen dat ernstig en evalueren en te beoordelen de zaak. Nog teveel worden deze begrippen echter slordig gebruikt. Vaak wordt onvoldoende het onderscheid gemaakt.
‘Evalueren’ is meten zonder oordeel. Een correcte evaluatie oordeelt niet maar stelt vast; duidelijk, scherp, zo objectief mogelijk. Bij dit werk horen bijgevolg cijfers, maten, gewichten, statistieken, vergelijkingen, het verschil met de nul-meting, enz.
‘Beoordelen’ is per definitie subjectief zelfs al tracht je dit zo objectief mogelijk te doen en iedereen (of gelijke situaties) op dezelfde wijze te behandelen. Is dit laatste wel verstandig? Is het eerlijk? Beoordelen is een ethisch-relationele opdracht. Hoeveel is dit cijfer waard … voor déze persoon, bij déze taak, in déze situatie, in déze context? Om je beoordeling zo ‘objectief’ mogelijk te houden ga je een heldere maatstaf kiezen en transparant zijn over de wijze waarop je die hanteert.
Om een persoon of een gebeuren te ‘waarderen’ is het niet noodzakelijk om eerst te evalueren en te beoordelen.
Je zult bijgevolg verschillende vragen moeten stellen. Je stelt een specifieke vraag om een persoon of een situatie te evalueren en een andere vraag om dezelfde persoon of dezelfde situatie te beoordelen.
Welke vragen stel je om het voorbije jaar te evalueren en te beoordelen?

Ik heb de tekst Evalueren – Beoordelen – Waarderen herwerkt. → Korte teksten
Misschien levert dit jou inspiratie op.

Vraag van de week (49)

Welke vraag heb je beleefd als een geschenk?

Het najaar kent een concentratie aan grote feesten. Overal ter wereld wordt er gevierd, in alle levensvisies. Een geschenk geven hoort daar steeds bij. Het is goed om even stil te staan bij de vraag welke vraag jij hebt beleefd als een geschenk. Welke vraag koester je nog steeds omdat het effect ervan nog immer voelbaar is? Het kan best een vraag zijn die je jaren geleden hebt gekregen of een die gisteren naar jou werd gestuurd. Wat maakte de vraag zo bijzonder? Waar raakte ze jou? Wat voel je vandaag nog?
Wanneer je daar wat zicht op krijgt kan je die kenmerken gebruiken om op jouw beurt een vraag aan te bieden aan wie je lief is of aan een van je vrienden. Geef een ‘juiste’ vraag als geschenk. Een ‘juiste’ vraag is persoonlijk, raakt de ander in het hart, draait om iets dat wellicht van levensbelang is voor de ander, wijst op iets dat verder reikt dan de horizon, gaat voorbij het ‘onmiddellijk nuttige’ en het effect kan jaren uitdijen. Misschien heeft de andere uren stilte nodig om je vraag-geschenk uit te pakken. Laat haar of hem die tijd.