Een ‘communicatiemiddel’ of een ‘taal’?

Je ‘spreekt’ vele talen

Alle levende wezens, van eencelligen tot ‘de slimste mens’, kunnen communiceren en gebruiken daarvoor een van de vele communicatiemiddelen: klanken, gebaren, kleuren, geuren, chemische stofjes, lichtsignalen, trillingen, kledij, architectuur, territorium, … Een communicatiemiddel is een gecodeerde, systematische en intern samenhangende boodschap die wordt uitgestuurd en die de ander kan ontvangen, op zijn manier decodeert, al of niet begrijpt en er al of niet iets mee doet.
De homo sapiens is de enige die een aantal communicatiemiddelen verder heeft ontwikkeld tot een taal. Taal is een uiterst verfijnd en uitgewerkt communicatiemiddel. Het stelt de gebruikers in staat om begrippen, concepten en gedachten met elkaar uit te wisselen en te proberen dit zo helder mogelijk te doen. Een taal is ‘duidelijk’ enkel voor diegenen die deze taal ‘spreken’ of hanteren. Dit geldt niet alleen voor de verschillende woordentalen maar ook voor de non-verbale talen en de beeldende talen. Elke taal beschikt over een eigen woordenschat, tekenschat of beeldenschat en over regels voor de constructie van de betrokken taal (grammatica). Woordentaal is de meest uitgewerkte taal, toch heeft ook die haar beperkingen. In veel situaties kan de woordentaal niet zonder de andere talen wil zij een effectief communicatiemiddel zijn.
Welke taal is het meest geschikt om uit te drukken wat je voelt na een inspirerend concert? Hoe vertel je je vrienden over een sportprestatie die je erg enthousiast maakte? Hoe maak je tijdens een overleg het best duidelijk wat je wil zeggen wanneer blijkt dat woorden tekort schieten of tot misverstanden leiden? Welke talen gebruik je dan? Welke talen ‘spreek’ je wanneer je verliefd bent en een intiem moment beleeft?
Je ‘spreekt’ vele talen want je leeft tegelijkertijd in verschillende ‘werelden’. In elk van die ‘werelden’ hebben mensen een aantal talen ontwikkeld om iets in mede te delen of door te geven. Je kunt dus vele talen leren en hanteren niet alleen de woordentaal.


Je gebruikt niet steeds een ‘taal’. Soms hanteer je enkele eenvoudige communicatiemiddelen en doe je op dat ogenblik niet meer dan een kwaad gezicht opzetten, wat klanken uitstoten (soms zelfs geen woorden), een vluchtig gebaar tonen en verder lopen.
Wanneer je enkele woorden Italiaans kent en daarmee twee kopjes koffie kunt bestellen is jouw Italiaans een communicatiemiddel. Wanneer je een boek kunt lezen en een gesprek kunt voeren in het Italiaans gebruik je een taal. 

 Communicatiesysteem

Je communiceert steeds vanuit een globaal, open systeem: een communicatiesysteem, een netwerk van talen. Dit wil zeggen dat alle talen die je beheerst en kunt hanteren steeds beschikbaar zijn én samenwerken. Meer nog, ze beïnvloeden elkaar voortdurend. Dan is onderstaand beeld een betere suggestie.
Wanneer je iemand ontmoet, zie die dan als een persoon met een rugzak vol verhalen, gewoontes en levenservaringen en die op ieder moment op meer dan tien manieren met je communiceert vanuit een open samenhangend systeem. Welke elementen van haar communicatie vang jij  op?

Talen en taalgebruik, een nieuwe versie! 

Jaren geleden publiceerde ik de eerste versie van de tekst Talen en taalgebruik. Vandaag is er een uitgebreide, herwerkte versie (24.0). Ik heb de tekst verbeterd, aangevuld, stukken geschrapt (mijn ‘korte teksten’ dreigen te lang te worden), …
Ga naar  → KORTE TEKSTEN – Heldere communicatie 

Mijn tekst wil je op andere gedachten brengen, een ruimer beeld schetsen vanuit een systemische visie op communicatie, je creativiteit aanspreken om zelf te ontdekken welke talen jij zou kunnen aanleren of verbeteren. In mijn tekst focus ik op wat een taal tot een ‘taal’ maakt en welke aspecten daarvan over het hoofd worden gezien en die niettemin een belangrijke rol spelen in de communicatie. Zoals steeds vertrekken mijn gedachten uit de praktijk. Soms is het wijs om te vertragen, om even stil te staan, wat afstand te nemen en te kijken naar wat er ‘achter de schermen’ gebeurt wanneer je iets zegt. Dat kan helpen om je verouderde beelden over ‘taal’ bij te sturen.

Vriendschap in beeld

In het bericht van 14 november ’22 – Woordenwolken (6) Uitstellen – vertelde ik het verhaal van de tak die ik uit het park mee naar mijn atelier bracht.
De tak bleef er liggen tot eind januari en toen verliep het creatieproces plots vrij snel. Ik sprak met iemand over vriendschap. Enkele fijne ontmoetingen met vrienden zorgden voor inspiratie. Een stuk witte albast in mijn atelier keek me aan, neen, ik keek er naar maar ik voelde me aangesproken. Een beeld kwam zomaar voor mijn geest.
Op 7 november stuurde ik een eerste versie naar vrienden. Vorige week heb ik het beeld afgewerkt en nu prijkt het in mijn ‘galerie’.
Intussen tekende ik mijn woordenwolk rond Vriendschap.
Al deze ervaringen samen vormen één fijn geheel. Dat is een erg aangenaam gevoel.

Meerdere foto’s van het beeld vind je op de pagina ‘Beeldende talen’.
Hieronder mijn woordenwolk zoals ik ze gisteren nog eens bekeek.

Binding of verbinding? Wat zorgt er voor conflict?

Je kunt dit bericht hier downloaden als pdf.

Een belangrijk thema in relaties is de verhouding tussen binding en verbinding, tussen afhankelijkheid en onafhankelijkheid, tussen leiden-volgen en samen leiden. Zorgt dit voor conflicten? Ja, alleszins levert dit spanningen op. Al gaat het in veel gevallen ogenschijnlijk slechts om details in het gedrag van de ander.
Het thema ‘binding of verbinding’ is belangrijk in iedere intense relatie. Dit geldt niet alleen voor ouders-kinderen maar verder in het leven voor elke relatie die je aangaat.
Al vrij snel ervaar je als kind dat je aan de hand wordt gehouden (letterlijk) daar waar jij liever je eigen weg wilt gaan. Op een bepaald moment gaat het bij zo’n ‘handje vasthouden’ niet meer om veiligheid, voel je dan.
Je ervaringen als peuter en kleuter met relatiesystemen beïnvloeden de wijze waarop je relaties vormt als volwassene. Ze sturen mee je keuzes, je communicatiepatronen en de manier waarop je een relatiesysteem opzet, vorm geeft en uitbouwt.(1)

Even terug naar je prille begin

Als baby heb je nood aan ‘hechting’ (binding) om je te ontwikkelen en om gezond te groeien. Hechting (binding) is bij de start noodzakelijk, dat is zeer duidelijk. Aangezien elk relatiesysteem interafhankelijk wordt opgezet (het werkt reeds tussen de moeder en het kind in de baarmoeder) is er in de beginfase van je leven sprake van een ‘ongelijke binding’ want de macht van de verzorger is veel groter dan die van jou als afhankelijk wezentje.
Als peuter heb je een relatie met meerdere personen. Je leert al snel dat de individuele zorgverleners deel zijn van een kleine groep (het gezin) en dat dit groepje deel is van een grotere groep (de familie en de vrienden). Je ervaart dat er meerdere vormen van relatie bestaan. Je ervaart en leert dat je een ander relatiesysteem hebt met elke zorgverlener. Wat je van de ene niet krijgt vraag je gewoon aan de andere.
Er komt echter een eerste moment waarop je als peuter kunt leren je met kleine stappen te ont-hechten (ont-binden) van je lieve verzorgers en je met elk van hen te ver-binden (bv. wat de tweejarige in de nee-houding probeert). Je leert op dat moment als peuter/kleuter ook je te ver-binden met anderen (je grootouders, je verzorgers in de kinderopvang of de kleuterschool). De verandering van binding naar verbinding is een moeilijke opdracht zowel voor de ouders als voor het kind zelf. Soms houden ouders te lang en te stevig liefdevol vast. Later ervaart een volwassene dan nog steeds de bezorgde hand van de ouder.
Je leert als kind het onderscheid tussen een bindende en een verbindende relatie (al gebruik je deze woorden uiteraard niet) via je ouders, je grootouders en je verzorgers, hoe ze met jou omgaan én met elkaar. Je leert dit ook via je bindende of verbindende relatie met verschillende vriendjes.
Een aantal kinderen ervaart echter dat er ook zoiets bestaat als een ‘losse’ band (in wekelijkheid voor het kind een ‘onvrije’ relatie!). Dat gebeurt wanneer je als kind onzekerheid beleeft rond wie voor jou gaat zorgen en hoe dan en wanneer je voelt dat niemand werkelijk om jou geeft. In die situatie is er noch binding noch verbinding. Voor een baby en opgroeiend kind is dit levensbedreigend.
Tenslotte leer je als peuter dat je met vele mensen gewoon geen relatie hebt. Je loopt op straat de meeste mensen en honden voorbij zonder hen aan te kijken en te groeten.(2) In veel gezinnen krijg je als kind zelfs uitdrukkelijke signalen (verbaal of non-verbaal) met welke mensen je geen relatie mág hebben. Dit is een vorm van binding eisen door de volwassenen. Later ontdek je dit een vorm van binding is (een eis) in vele groepen en gemeenschappen.

Als volwassene bindend óf verbindend leven? Of is het en-en?

Belangrijk vooraf: verbindende communicatie (zoals dat wordt aangeleerd) valt niet volledig samen met een verbindende relatie. Verbindende communicatie kán een onderdeel zijn van een verbindende relatie maar leidt niet automatisch tot een verbindend relatiesysteem. Niet zelden bevestigt en ondersteunt de communicatie zelfs een bindende relatie. Het onderscheid tussen een bindende en een verbindende relatie ligt niet op het terrein van de vorm van communicatie, maar op het niveau van het relatiesysteem.
Je kunt in het ene relatiesysteem je bindend opstellen en in een ander relatiesysteem je verbindend beleven én je kunt binnen eenzelfde relatiesysteem je soms bindend opstellen en soms verbindend. Het ‘juiste’ evenwicht vinden, dat is de opdracht; het is een evenwichtsoefening die je samen uitvoert en die werkt niet met strenge normen, “Zo hoort het.” (= een bindende uitspraak ook al wordt die erg lief gecommuniceerd).

Binding in een relatie geeft een gevoel van veiligheid, zekerheid en stabiliteit. Je bent er altijd voor elkaar … zoals dat (onuitgesproken) afgesproken is. Binding krijgt vorm met regels en normen en afspraken en traditie. Onzekerheid is de (onuitgesproken) ondertoon. Wat betekent bv. ‘trouw zijn’ in de relatie? Hoe druk je dat uit, hoe geef je dat vorm? Wie strikt bindend leeft verlangt voortdurend aandacht van de ander om zeker te zijn dat de binding er nog is. Je mag wel veranderen maar niet teveel, zeker niet te bruusk. Je wilt de ander niet verliezen en hij mag niet weggaan, zelfs niet voor even, dat is de afspraak.
Wie verbindend leeft kan op ieder moment voelen of er verbinding is of niet. Je dwingt de ander niet om op een bepaalde manier verbinding te maken of om die dynamiek ongewijzigd aan te houden. Bij verbinding sta je open voor de wijze waarop jijzelf of de ander vandaag de relatie wil invullen, ook al is dat anders dan in het verleden. Bij verbinding sta je open voor verrassingen, bij jezelf en bij de ander. Je kunt genieten van het veranderen van de krachtpunten van de relatie. Sommigen voelen zich daar onzeker bij en willen de relatie toch iets meer ‘gesloten’, iets meer bindend.

• Wie bindend leeft, leeft in een wereld van afhankelijkheid. Bij een gevoel van ‘teveel’ ontstaat er beklemming in de relatie en een ‘probleem’ dat moet worden ‘opgelost’. Niet zelden klinkt op zo’n moment de kreet: “Ik wil vrij zijn!”. Een bindende relatie is voor altijd ‘aan’ of voor altijd ‘uit’.
Familiale banden – dé bindende relaties bij uitstek – mag je niet verbreken. Uit een sterk bindende relatie kan je je moeilijk zacht ‘bevrijden’. Een van de kenmerken van familiebinding is de (onuitgesproken) stelling: “Mijn vriend moet ook jouw vriend zijn, mijn ‘vijand’ ook jouw ‘vijand’.”
Een verbindende relatie houdt je niet vast en daar voel je geen behoefte om je te ‘bevrijden’. Wie verbindend leeft beweegt bewust in een open wereld van interafhankelijkheid en verantwoordelijkheid. Je weet dat je met honderden mensen interafhankelijk verbonden bent om te kunnen leven zoals je vandaag leeft. Je kunt genieten van de interafhankelijkheid met je geliefden. Niets ‘moet’, het is geen onvoorwaardelijke relatie, wel een waarin je de verantwoordelijkheid neemt om open en eerlijk jezelf uit te drukken. Openheid, wederzijdse aandacht en respect zijn belangrijk. Bij verbinding kan en mag je fouten maken, verliezen, misschien zelfs even loslaten en je terug (anders) verbinden.

• Bij een bindend gesprek wil je dat er overeenkomst is over de betekenis van woorden (“Hoe kan je anders praten met elkaar?!”) en dat je het zoveel mogelijk eens wordt. Je gaat er vanuit dat begrepen worden en de ander begrijpen mogelijk is, nee, zelfs noodzakelijk. Je mag in een gesprek niet het gevoel krijgen te verliezen want dan is het gesprek voorbij en de relatie in gevaar. Wie bindend leeft heeft minder aandacht voor zijn taal. De woorden doen er zo niet toe, als het maar mooi en liefdevol over komt. De binding is er immers toch, dat is afgesproken.
Bij een verbindend gesprek zoek je om de ander te verstaan zoals de ander zich uitdrukt, ook al begrijp je hem niet. Je weet dat misverstanden integraal deel zijn van mens-zijn. Het volstaat om ieder je woordenwolk te schrijven rond een belangrijk begrip om vast te stellen dat je de woorden gans anders invult en beleeft dan de ander.(3) Respect voor ieders beleving van de taal/talen, dàt is de basis voor een verbindend gesprek. Wie verbindend leeft kiest voor een zorgvuldige taal, verbaal en non-verbaal. Je voelt de kracht en tegelijk de framing én de valkuil van woorden. Het verbindend element van een gesprek is het thema dat je in het open midden legt en waar je samen een weg naar een antwoord voor zoekt.(4)

• In een bindende relatie leiden harde woorden tot een terechtwijzing, een ruzie, een afwijzing, een breuk, een strijd, een gevecht en niet zelden tot een scheiding.
In een verbindende relatie mogen harde woorden klinken. Je mag er even ‘zo’ zijn. Er zal spanning zijn maar tevens aandacht voor de intenties onder de harde woorden. Je hoeft je niet ‘perfect’ te gedragen. Je krijgt ruimte om je achteraf te verontschuldigen voor de harde woorden.

• In een bindende relatie is er steeds een of andere vorm van relationele ongelijkheid. Er is sprake van leiden en volgen, soms erg subtiel. Je zou kunnen spreken van ‘gelijke binding’ wanneer een volwassene zich vrijwillig bindt aan een (geestelijk) leider. Er zijn vandaag mensen in het bedrijfsleven die pleiten voor een fase van ‘hechting’ door de medewerker aan de leidinggevende omdat zij dat zien als goed leiderschap. Dat geeft echter meer nadelen dan voordelen en vooral veel gevaren voor onkritisch volgen. De relationele gelijkheid is in zo’n situatie een illusie. De leider bindt zich nooit op gelijke wijze aan de volger.
Een verbindende relatie bouwt voortdurend op relationele gelijkheid. De relatie bestaat uit samen leiden en samen volgen.

Een gelukte relatie?

Gaat het om een ‘gelukkige relatie’ of om een ‘gelukte relatie’? Waar laat jij het idee van van afhangen?
Een bindende relatie kan beide partners een gelukkig leven geven. Ze kunnen daarbij vlot verbindend communiceren zolang ze maar de onuitgesproken regels en afspraken van de binding volledig respecteren.
Partners in een verbindende relatie leven niet noodzakelijk gelukkiger of ongelukkiger. In hun relatie bestaan er geen ‘eeuwig vaste patronen’ en dus is er meer beweging. Het avontuur kan soms flink wat misverstanden en spanningen opleveren, maar net dat kan omgezet worden in een volgende sterke ver-binding.
Soms klinkt de situatie anders.
“Liever een (uitsluitend) bindende relatie en niet zo gelukkig dan helemaal geen relatie.”
“Liever helemaal geen relatie en minder gelukkig dan een (uitsluitend) bindende relatie.”
“Meerdere verbindende vriendenrelaties maken mij voldoende gelukkig.”
In ieder relatiesysteem zoek je in elke fase het ‘juiste’ evenwicht tussen de mate van binding en verbinding. Een (uitsluitend) bindende relatie is niet ‘beter’ dan een (uitsluitend) verbindende en omgekeerd. Het is een keuze en een levenshouding.
Hoeveel aandacht en ruimte is er nodig voor de ene houding en hoeveel voor de andere houding? Hoe druk je je zorg voor elkaar uit?
Hoe dan ook, je leeft met verschillende relatiesystemen.

——-
Noten
(1) Over relatiesystemen, lees het vorige bericht Elk relatiesysteem heeft zijn eigen conflicten
(2) In sommige culturen is dat anders. Daar groet je iedereen die je tegenkomt. Het gaat vaak om situaties waar je niet met honderden of duizenden tegelijk het pad kruist, bv. in een grote stad.
(3) Hoe je een woordenwolk schrijft lees je in de tekst Wat is een woordenwolk? → Korte teksten
(4) Lees meer in Hoe hou je een gesprek ‘in het midden’? → Korte teksten

Elk relatiesysteem heeft zijn eigen conflicten

Je kunt dit bericht hier ook downloaden als pdf.

Je hebt niet een relatie, je bouwt aan een relatiesysteem

Je hebt niet zomaar een relatie, bij elke relatie – hoe kort of beperkt ook – bouw je een relatiesysteem op. Wanneer je iemand voor de eerste keer ontmoet, krijgt je contact de vorm via de ervaringen die je voorheen had met allerlei relaties. Je brein speelt daarin een grote rol. (1) Indien jouw ervaring de mogelijkheid open laat voor een volgende ontmoeting teken je de eerste lijnen van een relatiesysteem. Je brein zal een aantal beelden rond ‘een relatie aangaan’ en ‘een relatie onderhouden’ aan elkaar koppelen rond ‘mijn relatie met X’. Die beelden gaan over je ervaringen, de betekenis die het contact kan hebben, je gevoelens, hoe het contact aanpakken. Bij de volgende ontmoetingen met dezelfde persoon zullen die beelden in jou jouw aandeel vormen van jullie relatiesysteem.
Het proces van systeemopbouw verloopt zo goed als volledig onbewust. Uiteindelijk kan het een beperkte relatie blijven, een beperkt systeem met slechts enkele elementen (bv. met een buurvrouw) of aanleiding vormen voor een erg uitgebreid netwerk van thema’s (bv. met je geliefde of je beste vriendin of iemand op het werk).
Een relatiesysteem is een open systeem d.w.z. het staat open voor invloeden van buitenaf en het beweegt voortdurend; soms groeit het lichtjes, soms meer; soms wordt het intenser, soms verzwakt het, soms zelfs tot er enkel nog herinneringen over het contact in je overleven.
Een relatiesysteem wordt voortdurend opgebouwd, bevestigd en versterkt of afgezwakt en verkleind. Het is geen rationeel gebeuren, ook al meen je dat je goed hebt nagedacht over een bepaalde stap.
Een relatiesysteem zet je op met z’n tweeën, het verloopt per definitie interafhankelijk d.w.z. je doet het samen en beïnvloedt daarbij elkaar (zelfs de baby in de baarmoeder en de moeder doen het samen). Het is geen eenzijdig, onafhankelijk gebeuren van jouw kant.
Met elke persoon die je meer dan één keer ontmoet zal je een specifiek relatiesysteem opzetten: levenspartner, ouder-kind, hulpverlener-cliënt, zakenpartner, politieke relatie, collega, vriend, buur, …

Verschillende relatiesystemen

Met het opzetten, bijschaven of veranderen van je verschillende relatiesystemen ga je je ganse leven mee door. Telkens wanneer je iemand nieuw ontmoeten en wanneer er vragen rijzen rond een bestaande relatie met iemand.
Een relatiesysteem is een dynamisch netwerk dat bestaat uit diverse soorten elementen of thema’s die je – onbewust – met elkaar hebt verbonden. Bij een beperkte relatie gaat het over slechts enkele thema’s; bv. vriendelijk groeten, een kort gesprekje, een sociale babbel, afstand houden, grenzen bewaken.
Bij een intense relatie kan het gaan over zeer veel elementen. Jullie hebben verschillende ideeën, belevingen en beelden rond thema’s als:
– wat de ‘grond’ is van jullie relatie;
– hoe intens jullie de relatie willen, wat jullie willen delen met elkaar;
– welke afspraken jullie maken en hoe je dat doet; of (rationele) afspraken überhaupt nodig zijn en hoe die zich verhouden tot (emotionele) spontane keuzes;
– welke patronen jullie creëren in jullie communicatie
– hoe jullie in verschillende situaties bewegen binnen het relatieveld: leidend, volgend, meewerkend, onderdanig, strijdend, enz. (2);
– hoe en wanneer je welke gewoonten en rituelen uitvoert;
– welke woorden jullie gebruiken, welke talen jullie spreken, verbaal en non-verbaal;
– wat ‘intimiteit’ betekent binnen de relatie;
– welke gemeenschappelijke activiteiten bij jullie relatie horen;
– wat voor jullie moet, kan en mag binnen de relatie, of juist niet;
– hoe je omgaat met verschillen in visie en overtuigingen;
– hoe sterk jullie je betrokken voelen bij elkaar (bv. gebonden of verbonden) (3);
– hoe je de spanning afhankelijkheid—onafhankelijkheid beleeft en uitdrukt (heeft ook te maken met het onderscheid tussen binding en verbinding);
– hoe je omgaat met spanningen binnen de relatie;
– wat voor jullie een ‘conflict’ betekent en hoe je dat aanpakt (4);
– hoe je de balans doet bewegen tussen ‘geven’ en ‘nemen’ of ‘aanbieden’ en ‘ontvangen’;
– hoe jullie omgaan met geld en eigendom binnen de relatie;
– hoeveel ruimte je laat aan elkaar voor een relatie met anderen, intens of niet;
– welke uiterlijke vorm jullie geven aan jullie relatie.

Een conflict hoeft geen ‘probleem’ te zijn voor een relatiesysteem

Bij het opzetten en uitbouwen van een relatiesysteem groeit het aantal en het belang van de thema’s. Je denkt niet na over de meeste van de bovengenoemde thema’s. Ze komen pas aan de oppervlakte bij spanningen en conflicten. Elk van deze thema’s kan aanleiding geven voor spanning en conflict. Het gaat dan telkens om een thema-gericht conflict.
Vragen die rijzen bij de werking van een relatiesysteem komen zeer vaak voor, dat is gewoon, normaal. Het systeem is immers dynamisch en hoe vaker jullie elkaar ontmoeten (bv. professioneel) of hoe intiemer jullie relatie is (bv. geliefden, ouder-kind relatie) hoe meer thema’s jullie met elkaar hebben verbonden en hoe belangrijker ze worden. Dus zullen er vaker vragen rijzen, spanningen voelbaar zijn (wekelijks? soms meer?) en sommige daarvan kunnen uitgroeien tot een conflict. Dit is allemaal eigen aan een sterk dynamisch open systeem met vele vertakkingen en verbindingen. Dat zet je voor de vraag: kies je voor een conflict vermijdende houding of een conflict erkennende? Belangrijk is dat je dit wilt erkennen voor jezelf en wilt delen met de ander.
Een relatieconflict is thema-gericht en stelt niet het bestaan van de relatie op zich in vraag, het volledige systeem. Je kunt het conflict daarom beleven als een ‘beving’ van het relatiesysteem, zoals een aardbeving de zaken door elkaar schudt en soms huizen doet instorten (heilige huisjes). Je hoeft zo’n situatie niet noodzakelijk te zien als een ‘probleem’. Het is eigen aan een dynamisch systeem dat wanneer je schudt aan één element andere elementen mee van plaats zullen veranderen. Wat nodig is: bij elkaar zitten en jullie relatiesysteem in kaart brengen, letterlijk en figuurlijk. Je kunt daar de hulp van een professionele begeleider bij gebruiken.

Toch een ‘probleem’ maken?

Soms kan het een terechte keuze zijn om van een spannende situatie wél een duidelijk ‘probleem’ te maken want er dient dringend iets ‘opgelost’ te worden. Je voelt en beseft dat er een transformatie wacht, meer dan een bijsturing van de relatie. (5) Je pakt een probleem tenslotte slechts aan wanneer je er flink last van hebt, toch?  Dan volgt de vraag: Welke dwingende vraag moet hier worden aangepakt? Het eens worden over de dwingende vraag is een eerste stap om de zaken aan te pakken. Vervolgens dien je zorgvuldig te werken aan deze vraag. (6) Is ‘ontvlechten’ een mogelijkheid? (7)

Het systeem helemaal in vraag?

Ja, soms komt het ganse relatiesysteem in vraag (bv. bij ongewenst sterke eenzijdige binding, bij gemis aan basisrespect, bij grensoverschrijdend gedrag). Het is in sommige situaties een gerechtvaardigde keuze om een relatie zonder meer te stoppen en te kiezen voor de radicale stap weg uit de relatie, naar een totaal nieuwe context. Deze stap wordt ook interafhankelijk genomen! Al wat er aanleiding toe gaf is deel van het relatiesysteem en zo ook de laatste stap. De vraag blijft echter wanneer een relatiesysteem volledig uitgewerkt is in jou (en je brein er dus nooit meer op terugkomt). (8)

——-
Noten
(1) Het vorige bericht: Wat ligt aan de basis van een conflict?
Lisa Feldman Barrett, Seven And A Half Lessons About The Brain (2020).
(2) Meer in de tekst Hoe beweeg je binnen het relatie- en interactieveld?
(3) Over het onderscheid tussen ‘binding’ en ‘verbinding’ meer in het volgend bericht op deze site: Binding of verbinding? Als peuter wist je het al
(4) Ieder van jullie heeft een andere invulling van het woord ‘conflict’, je beleeft het anders en heb er andere beelden bij. En dus zal je ook andere wegen naar een ‘oplossing’ verkiezen. Lees het bericht Woordenwolken (1) Inleiding + het begrip ‘Conflict’
(5) Het bericht Woordenwolken (7) Transformeren
(6) Enkele bladzijden over ‘de brandende vraag’ uit het boek De Blauwe Rivier oversteken – Hoe ontwikkel ik een ‘probleem’ tot een duurzame ‘oplossing’?
(7) Het bericht De coach die helpt te ‘ontvlechten’
(8) Ik heb zelf ervaringen met een radicale breuk van de relatie, zowel als diegene die ‘achter bleef’ en de breuk moest aanvaarden als diegene die zelf de stap heeft gezet weg uit een relatie. In alle gevallen waren voor mij de positieve gevolgen merkelijk groter dan de negatieve, zeker op lange termijn.

Wat ligt aan de basis van een conflict?

Je kunt dit bericht hier ook downloaden als pdf.

Liggen misverstanden rond woorden aan de basis van een conflict?

Het korte antwoord is: nee, dat is slechts wat zichtbaar is aan de oppervlakte, dat is het gevolg. Het is een gegeven dat we belangrijke begrippen allemaal verschillend invullen en dus dat misverstanden de gewoonste zaak van de wereld zijn. Daar hoeft geen conflict over te ontstaan. Hoe weet ik dit zo zeker? Door de oefening ‘Woordenwolk’ te maken met partners en groepen. Dan is het voor iedereen zichtbaar dat iedere persoon de begrippen anders beleeft en er andere beelden bij heeft. (1)
Hoe komt het dat je geen oog hebt voor dit duidelijk feit?
1. Je hanteert nog teveel dagelijks taalgebruik, zelfs wanneer het om een ‘intens’ gesprek gaat. Je gebruikt algemene termen, containerbegrippen en vage woorden. Wanneer je af en toe een woordenwolk maakt ontdek je meer woorden om je gevoelens en gedachten uit te drukken. Wanneer je daarbij andere talen leert te gebruiken ontdekt je tevens andere vormen om je uit te drukken. (2)
2. Je ga er te vaak vanuit dat de ander wel weet wat je bedoelt “Je weet toch wat ik bedoel, doe niet zo moeilijk!” Deze veronderstelling is volkomen onterecht. Niemand kan zomaar je bedoelingen zien en jij ziet dit evenmin bij hen. Het is inmiddels een wetenschappelijk bewezen gegeven dat je de intentie en de gevoelens van anderen niet kunt ’lezen’ uit hun gelaatsuitdrukkingen en hun lichaamstaal. Dat kan niemand, ook AI niet! (3)
3. Je maakt geen onderscheid tussen ‘gevoelens’ en ‘emoties’. Daardoor sta je niet stil bij wat je werkelijk voelt en hoe je kiest om je emotioneel uit te drukken. (2) en (4)

Wat ligt dan wél aan de basis van een conflict?

Aan de basis van ieder conflict ligt een relationele dynamiek die als een neerwaartse spiraal draait. Die dynamiek steunt op concepten die in je brein leven, concepten over jezelf (je ‘zelf’) over de ander(en) en over hoe voor jou jullie relatie zou moeten zijn.
Een concept is een sterke bundeling van: een basisgedachte en een model of een schema en een verhaal met plaatjes en beelden en het zegt “Wat je waarneemt is dit, heeft deze betekenis en moet je  zo benaderen.”. Het vat je waarden, normen, uitgangspunten, overtuigingen en principes samen. Je hebt een bestand van honderden verschillende concepten in je hoofd; voor jezelf, voor mensen, dieren, voorwerpen, situaties, gebeurtenissen, abstracte begrippen, enz. Samen vormen ze jouw sociale realiteit. Concepten in je brein anticiperen op wat er gaat gebeuren door voortdurend plaatjes uit je ‘concepten-bestand’ te vergelijken met de situatie hier-en-nu. In een flits kiest je brein een passend emotioneel concept om de situatie te begrijpen en aan te pakken en stuurt dan aan op een bepaalde emotionele reactie. (5)
De vragen die je brein beantwoordt – voor jou onbewust – en waarvan het antwoord jouw concepten vormen en daarna je gedrag, zijn ondermeer:
Hoe zie ik mezelf, nu, in het verleden en in de toekomst? Hoe zie ik de ander, nu, in het verleden en in de toekomst? Hoe denk ik dat de ander mij ziet? In welke mate word ik door de ander gezien zoals ik wil worden gezien? Hoe denk ik dat de ander denkt dat ik naar hem/haar kijk? Hoe wil ik dat onze relatie zich uitdrukt? Wat past en wat past niet in onze relatie? Waar, hoe en wanneer kom ik in deze ontmoeting in gevaar? Wat is nodig om me veilig te voelen in deze ontmoeting? Op welke manier zouden we onze relatie kunnen afstemmen op elkaar? Wat is mijn belang bij wat er nu op tafel ligt? Wat is mijn belangrijkste behoefte nu en hoe krijgt die voldoening? Wat betekent ‘verliezen’ in deze situatie (want niet verliezen komt op de eerste plaats, voor winnen)?

Waar draait het dan om?

Het draait allemaal om het niet zien dat misverstanden ‘gewoon’ en ‘normaal’ zijn en sowieso verschijnen bij ieder ‘intens’ gesprek én wanneer je dat wél ziet, om het niet respecteren van dit gegeven en het perspectief van de ander. Niemand spreekt een woordenboeken-taal (tenzij je jurist bent), we spreken allemaal een relatie-taal. In de relatie-taal zitten tegelijkertijd betekenis, beleving en beelden. (2)
Wat je uitdrukt zegt in de eerste plaats iets over jullie relatie ook al lijkt het in jullie gesprek enkel te gaan om de inhoud (bv. rond een bepaald woord of een situatie). Wanneer je het gevoel hebt dat je niet wordt gehoord en gezien heeft dit niet te maken met de inhoud maar met jullie verhouding op dat moment.
De uitweg uit zo’n situatie is om … even trager te ademen, naar jezelf te luisteren, naar dat wat er fysiek in jou omgaat; aandacht te geven aan wat je écht voelt, niet aan de vraag hoe je nu onmiddellijk zult reageren op de ander. De suggestie is niet om rationeel naar de dingen te kijken, wel integendeel. Voelen wat er in je omgaat is niet ‘ik denk dat ik voel’! Draag eerst goed zorg voor jezelf, pas dan kan je met een open blik en een ander oor naar de ander kijken. Dan kan de dynamiek van een intens gesprek veranderen in een opwaartse spiraal.

Een conflict is geen probleem, je maakt er een probleem van

Misverstanden, spanningen en conflicten zijn normaal. Dat is dus niet het punt, maar wel: vanuit welke concepten bekijk je de situatie? Je kunt een conflict beter zien als een uitnodiging (of een uitdaging of een kruispunt) om naar de relatie te kijken en het over de relatie te hebben. Na een moment van spanning en harde woorden kan je een time-out inlassen en beslissen of de relatie de moeite waard is om het over de relatie te hebben. Is het dat voor jou niet dan hoef je ook niet de spanning en het conflict verder te zetten. Laat los.
Blijf je er toch mee bezig dan toon je dat de relatie voor jou wél belangrijk is. Je wil nog steeds iets uit deze relatie halen. Je hebt nog steeds een behoefte waar je voldoening voor wil. Dus tijd om naar je behoeften te luisteren.
Je kunt op twee manieren naar je behoeften kijken: als doel of als middel.
Wanneer jouw behoefte en de voldoening daarvan het doel is stel je vragen als:
Welke woorden drukken zorgvuldiger uit wat ik nodig heb? Wat wil ik uiteindelijk bereiken? Wat wil mijn behoefte ‘krijgen’? Wat is mijn aandeel en het belang van mijn behoefte in het conflict? Wat maakt dat ik in déze relatie de voldoening zoek van mijn behoefte? Bij welke andere persoon, op welke andere plek, op welke andere manier, via welk ander relatiepatroon (met deze persoon?) … kan ik ook voldoening vinden voor deze behoefte? Wat kan ik de ander(en) – eerst – aanbieden om daarna voldoening te krijgen?
Beschouw je de behoefte die je voelt als een middel dan is er een ander doel. Je behoefte verwijst dan naar een doel dat daaronder zit (of daarboven of daarachter). Dan stel je vragen als:
Waar verwijst mijn actuele behoefte naar? Wat is meer waard dan (louter) voldoening krijgen voor déze behoefte? Wat is mijn uiteindelijk verder liggend doel? Hoe belangrijk is dit doel in mijn leven? Welke andere behoeften bouwen ook aan dit doel? Hoe staat het met de voldoening van deze behoeften? Als mijn actuele behoefte een strategie is om mijn dieperliggend doel te bereiken, welke andere strategie voelt dan als gerichter aan (ook al is die misschien lastiger)?

——-

Noten
De basis van de illustratie: https://www.uihere.com/free-cliparts/search?q=quarrel

(1) Lees Wat is een woordenwolk?
(2) Meer in Talen en taalgebruik
(3) Bekijk de TED-talk van Lisa Feldman Barrett: You aren’t at the mercy of your emotions — your brain creates them (Je bent niet overgeleverd aan je emoties – je brein creërt ze) Je kunt de Nederlandse vertaling inschakelen.
(4) Lees het hoofdstuk ‘Gevoelens en emoties’ in de tekst Medeleven Empathie Mededogen.
(5) Lisa Feldman Barrett:  “How Emotions Are Made – The Secret Life of the brain” (2017), “Seven And A Half Lessons About The Brain” (2020). Zij schetst een ‘theory of constructed emotion’ en biedt een systemische kijk op het brein, het brein als een netwerk. Het brein bestaande uit een gescheiden linker- en rechter hersenhelft en met vaste locaties voor vaardigheden, gedrag of gevoelens is sinds twintig jaar verleden tijd.